Kenmerken huishoudens met (langdurig) laag inkomen
Iedereen kan in armoede terecht komen. Toch zijn er bepaalde huishoudenstypes die een hoger risico op armoede hebben, deze groepen leven gemiddeld genomen vaker onder de lage inkomensgrens. Inzicht in de kenmerken van deze huishoudens, kan bijdragen aan het inrichten van armoedebeleid. Het CBS maakt een uitsplitsing naar de samenstelling van het huishouden, de leeftijd van de kostwinner en het type inkomen.
In de armoedemonitor gebruiken we onder andere de lage inkomensgrens om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen op het gebied van armoede in de Groningse gemeenten. In 2022 kregen veel huishoudens energietoeslag. Dit zorgde ervoor dat de inkomens van een groot aantal huishoudens met een laag inkomen net boven de lage inkomensgrens kwamen te liggen. Hierdoor lijkt er een sterke afname te zijn in het aandeel huishoudens met een laag inkomen. Als we echter naar andere inkomensgrenzen kijken, zien we deze sterke afname niet. Daarom hebben we ervoor gekozen om in de figuren ook het sociale minimum te laten zien. Het filter links bovenin de figuren geeft de optie om het sociale minimum als inkomensgrens te nemen. In de tekst beschrijven we de cijfers op basis van de lage inkomensgrens. Voor meer informatie over de verschillende inkomensgrenzen, zie de pagina inkomensgrenzen.
Alleenstaanden en eenoudergezinnen hebben een hoger risico op armoede
Alleenstaanden en eenoudergezinnen met minderjarige kinderen hebben het hoogste risico op armoede. Zo heeft in de provincie Groningen 7,4% van de eenpersoonshuishoudens in 2022 een laag inkomen en 3,1% heeft dat langdurig. Opvallend is dat de gemeente Oldambt hier bovenuit springt, 9,7% van de eenpersoonshuishoudens heeft een laag inkomen, en 5,1% heeft dit langdurig. In Nederland als geheel liggen die percentages lager, respectievelijk 6,9% en 3,2%.
Een soortgelijk beeld zien we voor de eenoudergezinnen. In de provincie Groningen heeft in 2022 7,7% van de eenoudergezinnen een laag inkomen; in Nederland als geheel is dat 7,4%. Bij een vergelijking tussen de Groninger gemeenten zien we het hoogste aandeel eenoudergezinnen met een laag inkomen in de gemeente Eemsdelta (10%) en het laagste in de gemeente Westerkwartier (5,2%).
Gepensioneerden minst vaak getroffen door armoede
In de provincie Groningen leeft in 2022 ongeveer een zesde (15,3%) van de jonge huishoudens (waarbij de hoofdkostwinner jonger dan 25 jaar is) onder de lage inkomensgrens, 1% doet dat langdurig. Dit komt veelal door de overgang van studeren naar werken. Zodra de hoofdkostwinner ouder wordt, neemt het risico op kortdurende armoede af.
De kans op een langdurig laag inkomen neemt juist toe naarmate de kostwinner ouder wordt. Deze stijging komt doordat met het toenemen van de leeftijd, de kans om afhankelijk te worden van een uitkering ook toeneemt. Dit duurt tot de pensioengerechtigde leeftijd. Na de pensioengerechtigde leeftijd neemt het aandeel huishoudens met een (langdurig) laag inkomen in de provincie sterk af. Zo heeft in 2022 1,8% van de 65-plussers in de provincie Groningen een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Dit percentage is laag doordat het (volledige) AOW-pensioen boven de lage-inkomensgrens uitkomt. Bovendien hebben de meeste ouderen naast hun AOW nog aanvullend pensioen en inkomsten uit vermogen. De 65-plussers lopen van alle leeftijdsgroepen dan ook het minst risico op (langdurige) armoede (CBS 2021).
Het type inkomen heeft tevens invloed op de kans op armoede
Het CBS onderscheidt drie verschillende typen inkomens:
- inkomen als werknemer in loondienst;
- uit een eigen onderneming;
- of uit overdrachtsinkomen.
De laatste groep wordt gevormd uit huishoudens waarvoor een uitkering of pensioen de voornaamste inkomensbron is. De huishoudens met een overdrachtsinkomen hebben relatief een hoger risico op armoede. In 2022 heeft in de gehele provincie Groningen 8% van deze huishoudens een inkomen onder de lage inkomensgrens. Van de huishoudens met een overdrachtsinkomen heeft 4% een langdurig laag inkomen. Ter vergelijking, 2% van de huishouden met een inkomen uit loondienst en 8,5% van de huishoudens met een eigen onderneming leefden in 2022 tenminste 1 jaar onder de lage-inkomensgrens. In tegenstelling tot de andere inkomensgroepen is het aandeel ondernemers met een inkomen onder de lage inkomensgrens niet sterk afgenomen naar aanleiding van de steunmaatregelen. Dat kan betekenen dat de regelingen hen niet voldoende ondersteund of bereikt hebben.
In de verdeling naar inkomen zien we per gemeente verschillen. Vooral de gemeente Oldambt springt eruit; 9,8% van de huishoudens met een overdrachtsinkomen leeft onder de lage inkomensgrens. Daarvan heeft 5,1% een langdurig laag inkomen.
Voorheen publiceerden wij op deze pagina ook inkomenscijfers naar migratieachtergrond. Het CBS levert deze cijfers niet meer op gemeenteniveau en dus kunnen deze niet meer worden opgenomen in onze monitor. Huishoudens met een niet-westerse migratieachtergrond hebben vaker een inkomen onder de lage inkomensgrens.