Het sociale leven is voor het overgrote deel van de Groningers sinds maart 2020 totaal overhoop gegooid. Normaal gesproken zagen mensen elkaar op het werk, bij de sportclub of in de horeca. Tegenwoordig ziet men elkaar minder vaak, en vooral digitaal.
Minder contacten en activiteiten, meer rust
Bij de negatieve veranderingen in het sociale leven staat de afname van het aantal contacten bovenaan. Maar ook gemis aan de nabijheid van mensen speelt een rol.
Mensen die ‘anders’ hebben aangekruist, noemen ter toelichting het vaakst dat ze minder contacten hebben én dat gebruikelijke activiteiten, zoals gezamenlijk sporten, horecabezoek, bijeenkomsten met clubs en verenigingen, niet meer doorgaan. Bij sommigen die ‘anders’ hebben gekozen, leidt de coronacrisis tot mentale problemen of sociale spanningen – al dan niet in het eigen huishouden.
De coronacrisis heeft er ook toe geleid dat sommige contacten zijn verbeterd en nieuwe contacten zijn ontstaan.
In de categorie ‘anders’ stippen mensen vooral twee veranderingen aan die zij positief vinden, namelijk minder sociale verplichtingen en minder prikkels, oftewel meer rust.
Vooral studenten vaker eenzaam
1 op de 5 Groningers (20%) voelt zich door ‘corona’ vaker eenzaam. Bij studenten (18+’ers met een studentinkomen) en mensen met een slechte gezondheid slaat de eenzaamheid meer dan twee keer zo vaak toe.
Van de mensen van 18 jaar en ouder die bij (groot)ouders, familie of verzorgers inwonen is 40% naar eigen zeggen eenzamer geworden door de coronacrisis. Dit percentage is opmerkelijk, omdat thuiswonenden in andere omstandigheden het minst vaak eenzaam zijn, in vergelijking met mensen in andere huishoudens (CBS-enquête Sociale samenhang & Welzijn, 2020). Alleenstaanden en alleenstaande ouders hadden voor de coronacrisis het vaakst sterke gevoelens van eenzaamheid (CBS, 2020). Ook bij deze huishoudens zijn de eenzaamheidsgevoelens nu meer dan gemiddeld toegenomen.
Kijken we naar leeftijdsgroepen, dan blijken vooral jongeren (18 t/m 34 jaar) eenzamer te zijn geworden door ‘corona’. Bij ouderen (65+ en ook 75+) leidt de coronacrisis het minst vaak tot (grotere) eenzaamheid. Kennelijk slagen ouderen er beter in om in coronatijden hun sociale leven op het oude (al dan niet door hen zelf gewenste) peil te houden.
Dorpsleven vaak op een laag pitje
Volgens zorgzamedorpengroningen.nl[1] zijn in 39 Groningse dorpen initiatieven genomen om juist in tijden van ‘corona’ onderlinge hulp te bieden (bij boodschappen, vervoer, sociale contacten, e.d.) of nieuwe activiteiten te organiseren. Uit het panelonderzoek blijkt dat deze 39 dorpen tot de positieve uitzonderingen behoren. Slechts een klein deel van de Groningers (5% tot 17%) bevestigt namelijk dat er door de coronacrisis in zijn of haar situatie sprake is van nieuwe activiteiten, extra onderlinge hulp of meer saamhorigheid.
[1] Geraadpleegd op 20-01-2021
Het beeld dat hierboven naar voren komt over het dorps- en buurtleven in tijden van ‘corona’, is in lijn met panelonderzoek naar leefbaarheid, dat is uitgevoerd in oktober 2020 (Sociaal Planbureau Groningen, 2020). Dat laat namelijk zien dat 8% van de Groningers vindt dat de leefbaarheid in hun woonomgeving het afgelopen jaar vooruit is gegaan, terwijl 27% juist een achteruitgang waarneemt en 65% geen verandering ervaart. Zowel de verbetering als de verslechtering van de leefbaarheid wordt door veel Groningers aan ‘corona’ toegeschreven.
Vooral meer saamhorigheid in gezellige dorpen en wijken
In 2018 reageerden leden van het Groninger Panel op de stelling ‘ik woon in een gezellig(e) dorp/wijk met veel saamhorigheid’. Groningers die het toen (helemaal) eens waren met die stelling, zien nu veel vaker positieve effecten van ‘corona’ op saamhorigheid, onderlinge hulp of activiteiten dan Groningers die het in 2018 (helemaal) oneens waren met de stelling. Met andere woorden: de saamhorigheid is in coronatijd vooral toegenomen in dorpen en wijken waar al een goede saamhorigheidsbasis was.