Invloed energietransitie op de tevredenheid met de woonomgeving
De energietransitie brengt zichtbare ingrepen in de fysieke leefomgeving met zich mee. Bijvoorbeeld door aanpassingen in en om de woning en door de komst van windmolens of zonneparken. Deze ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op de mate waarin inwoners hun woonomgeving waarderen. Onderzoek onder het Groninger Panel laat zien dat de komst van windmolens en/of zonneparken vooralsnog weinig invloed heeft op de kwaliteit van de directe leefomgeving. Wel is duidelijk te zien dat Groningers liever zonneparken dan windmolens in hun woonomgeving zien.
Ruim kwart Groningers ervaart achteruitgang van leefomgeving door komst alternatieve energiebronnen
Zes op de tien Groningers zegt dat er windmolens en/of zonneparken in hun woonomgeving aanwezig zijn. De komst van deze windmolens en/of zonneparken hebben volgens een meerderheid van hen weinig invloed op de kwaliteit van de directe leefomgeving gehad (68%). Ruim 28% vindt dat de kwaliteit van de leefomgeving achteruit is gegaan door de komst van deze alternatieve energiebronnen en slechts 4% zegt dat de leefomgeving kwalitatief vooruit is gegaan.
Inwoners van stedelijke gebieden en meer plattelandsgebieden denken vrijwel hetzelfde over de invloed van windmolens en zonneparken op de kwaliteit van de leefomgeving. We zien wel een lichte afwijking in meningen tussen verschillende leeftijdsgroepen. Onderstaande figuur toont aan dat met oplopen van de leeftijd inwoners negatiever zijn over de invloed van windmolens en zonneparken op de woonomgeving.
De voornaamste redenen die Groningers aandragen waarom de kwaliteit van de woonomgeving achteruit is gegaan door de komst van alternatieve energiebronnen, zijn met name esthetisch van aard. Meerdere Groningers geven aan dat met name windmolens het landschap een minder aantrekkelijk uiterlijk geven. De windmolens zijn te prominent aanwezig in het zicht en hebben een negatieve invloed op de groene ruimte in de provincie. Er worden hierbij veelal de termen “horizonvervuiling” of “landschapsvervuiling” gebruikt. Daarnaast wordt gewezen op het geluid dat deze windmolens produceren. Sommigen ervaren hierdoor geluidsoverlast.
Groningers staan positiever tegenover zonneparken dan windmolens
De komst van alternatieve energiebronnen, zoals windmolens en zonnepanelen/zonneparken, kan het Groninger landschap beïnvloeden. We vroegen daarom het Groninger Panel of zij in hun directe woonomgeving graag (meer) windmolens en/of zonnepanelen/zonneparken zien.
De helft van alle Groningers (53%) ziet graag (meer) zonnepanelen of zonneparken in de woonomgeving. In 2015 lag dit met 59% nog een fractie hoger. Minder enthousiast zijn Groningers over windmolens in de directe woonomgeving; 18% van Groningers ziet deze graag in de directe omgeving. In 2015 gold dit nog voor 23% van de Groningers. Jongvolwassenen staan vaker positief tegenover deze vormen van duurzame energie dan ouderen.
Deze voorkeur voor zonnepanelen/zonneparken ten opzichte van windmolens is een trend die ook landelijk terug te zien is. Uit de Publieksmonitor Klimaat en Energie 2019, uitgevoerd door Motivaction, komt naar voren dat 47% van de Nederlanders positief staan tegenover plaatsing van een zonneweide in hun directe woonomgeving. Het percentage Nederlanders dat positief staat tegenover de plaatsing van een windmolenpark in hun woonomgeving is met 30% iets lager.
Onderzoek uit 2014 van Sociaal Planbureau Groningen liet al zien dat Groningers van mening zijn dat windmolens het Groninger landschap negatief beïnvloeden. Groningers willen dus niet ten koste van alles alternatieve energiebronnen in de woonomgeving. Wanneer dit ten koste gaat van het uiterlijk van het Groninger landschap haken veel mensen af.
Onderzoeksverantwoording
Sociaal Planbureau Groningen stelde via het Groninger Panel aan inwoners van 18 jaar en ouder enkele vragen over milieu, duurzaamheid en de energietransitie. Tussen 6 en 23 december 2019 vulden 4.049 inwoners een digitale vragenlijst in.