De meeste inwoners van Groningen beoordelen hun lichamelijke en psychische gezondheid als goed, maar dit positieve zelfbeeld daalt al enkele jaren. Vooral in de oostelijke gemeenten van Groningen wordt de gezondheid minder goed ervaren. Tegelijkertijd verandert de bevolkingssamenstelling: de provincie Groningen vergrijst en ontgroent. Jongeren ervaren vaker psychische klachten en geven aan hulp nodig te hebben, terwijl ouderen vaker fysieke beperkingen ervaren. Dit leidt tot een toenemende vraag naar zorg en welzijn, terwijl het aantal beschikbare zorgverleners en mantelzorgers juist afneemt.
Ondanks daling voelen de meeste Groningers zich gezond
Van de volwassen inwoners van de provincie Groningen ervaart 74% de eigen gezondheid in 2024 als goed of zeer goed, dit is gelijk aan landelijke cijfers. Het Groninger Panel gaf 73% in ditzelfde jaar aan dat zij een (zeer) goede lichamelijke gezondheid ervaren (een rapportcijfer van een 7 of hoger). Gemiddeld beoordeelt men de eigen lichamelijke gezondheid in de provincie Groningen met een 7,1 en de psychische gezondheid met een 7,8. Naar mate men ouder wordt neemt het gemiddelde cijfer af. Onder 18- tot 35-jarigen is het gemiddelde nog een 7,8 maar dit daalt tot een 7,3 onder 75-plussers. 38% van de 18- tot 35-jarigen heeft last van lichamelijke klachten en aandoeningen. Onder 75-plussers is dit aandeel verdubbeld naar 76%. Als het gaat om psychische klachten of persoonlijke problemen, dan zien we een tegengestelde tendens. 36% van de 18- tot 35-jarigen heeft hiervan last. Dit aandeel loopt af tot 26% onder 75-plussers.
Zowel landelijk als provinciaal is er echter wel een daling in de goed ervaren gezondheid te zien ten opzichte van 2020, toen zowel provinciaal als landelijk nog 79% aangaf de eigen gezondheid als (zeer) goed te ervaren. Over de jaren heen zijn 18- tot 65-jarigen net iets negatiever geworden over hun eigen gezondheid en 65-plussers net iets positiever.
Op gemeentelijk niveau valt op dat er verschillen zijn in de ervaren gezondheid tussen gemeenten. De gemeente Eemsdelta scoort relatief laag, terwijl inwoners van de gemeenten Groningen en Westerkwartier zich relatief gezond voelen.
Ontgroening en vergrijzing zetten door
Net als in de rest van Nederland verandert de bevolkingssamenstelling in Groningen in snel tempo. Er is sprake van ontgroening (afname van het aandeel jongere inwoners) en vergrijzing (toename van het aandeel ouderen). Ook het aantal oudere ouderen neemt toe. Dit wordt dubbele vergrijzing genoemd: er zijn meer én oudere senioren. De vergrijzing van de bevolking gaat sneller dan de ontgroening en naar verwachting neemt het aandeel ouderen de komende jaren verder toe, terwijl het aantal jongeren verder afneemt. Door deze demografische ontwikkeling zijn er verhoudingsgewijs minder werkende mensen ten opzichte van het aantal niet-werkenden. Bovendien komen er door ontgroening steeds minder werkenden bij. Hierdoor komt er meer druk te liggen bij de kleiner wordende potentiële beroepsbevolking, komt er een grote druk op de (formele en informele) zorg, en verandert de vraag naar woningen op de woningmarkt.
In 2025 is 18% van de Groningers onder de 19 jaar oud, terwijl 21% van de Groningse inwoners 65+ was. Zowel ontgroening als vergrijzing verschillen per Groningse gemeente. Het aandeel inwoners van 65 jaar of ouder varieert bijvoorbeeld flink tussen de gemeenten, namelijk van 16% in de gemeente Groningen tot 28% in de gemeente Westerwolde.
De komende jaren neemt het aantal en aandeel ouderen in de Groningse bevolking toe. De prognose voor de komende jaren laat zien dat het percentage 75-plussers in de Groningse bevolking oploopt van 10% in 2025 tot 16% in 2050. De stijging van het percentage 65- tot 75-jarigen zet door tot ongeveer 2035 en zwakt daarna weer wat af in Groningen. De sterke toename van het aantal 75-plussers doet zich in alle Groningse gemeenten voor. In de gemeenten Groningen, Pekela en Westerwolde is de procentuele toename het grootst. In de gemeenten Veendam, Stadskanaal en Eemsdelta is de procentuele toename het kleinst.
In de leeftijdsopbouw van de bevolking zijn er grote verschillen tussen de gemeente Groningen en de andere Groningse gemeenten. Zo zal naar verwachting nog 46% van de bevolking van de gemeente Groningen in 2050 onder de 35 jaar zijn, terwijl dat percentage is de meeste andere Groningse gemeenten niet boven de 35% uitkomt.
Tekorten in de zorg
Op grond van de huidige situatie in en rond de zorg is te verwachten dat de demografische ontwikkelingen de volgende consequenties hebben voor de zorg:
- Grotere vraag naar zorg en hogere zorgkosten. De Volksgezondheid Toekomst Verkenning (2024) laat zien dat de zorguitgaven bijna zullen verdubbelen tussen 2019 en 2050. De grootste groei in zorguitgaven treedt op onder 80-plussers, doordat er in 2050 veel meer ouderen zijn.
- Minder informele zorgverleners beschikbaar. Informele zorg voor 80+’ers wordt nu vooral geleverd door mensen in de leeftijdsgroep 45 tot 65 jaar, veelal (schoon)kinderen. Dit dreigt spaak te gaan lopen: terwijl het aantal 80+’ers de komende decennia verdubbelt, neemt de leeftijdsgroep 45 tot 65 jaar in omvang. Het mantelzorgpotentieel neemt de komende jaren af en is in 2050 waarschijnlijk nog maar 40% van was het in 2022 was (Volksgezondheid Toekomst Verkenning, 2024).
- Minder aanbod van zorgprofessionals. De leeftijdsgroep waartoe vrijwel de gehele beroepsbevolking behoort (20 tot 65 jaar) wordt de komende jaren kleiner. Dat maakt het lastiger de huidige krapte op de arbeidsmarkt voor zorg en welzijn om te buigen.