Negatieve Energiespriaal
Investeren in duurzame energiemaatregelen is goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Het zelf opwekken van energie en energiebesparende maatregelen leveren op termijn namelijk geld op. Voor mensen met goed gevulde beurs is dit over het algemeen geen probleem, maar voor mensen met minder inkomen ontstaat mogelijk een probleem. Zij hebben mogelijk nu al geen energiezuinige woning en dus een hoge energierekening. Daarnaast missen zij de middelen om in de duurzaamheid van hun woning te investeren, waardoor hun energierekening ook in de toekomst hoog zal blijven. In dat geval zitten ze in een negatieve energiespiraal. Uit onderzoek onder ruim 4.000 Groningers blijkt dat 15% van de Groningers in een negatieve energiespiraal zit.
Groningers met laag inkomen vaker in negatieve energiespiraal
Er bestaat een duidelijk verband tussen het aandeel Groningers dat in een negatieve energiespiraal zit en het inkomen. Zoals te verwachten, is bij lagere inkomens het aandeel mensen in de negatieve energiespiraal hoger. Bij de laagste inkomens is dit bijna 30% van de Groningers. Toch is het opvallend te noemen dat meer dan 5% van de Groningers met een inkomen van meer dan € 4.000,- ook aangeeft in de negatieve energiespiraal te zitten.
Omdat de aanname is dat woningcorporaties en particuliere verhuurders zorg dragen voor de verduurzaming van de huurmarkt, is de focus van beleidsmakers steeds meer gericht op woningeigenaren met een laag inkomen. Het is daarom opvallend om te zien dat mensen in een sociale (27%) en particuliere huurwoning (22%) vaker in een negatieve energiespiraal zitten dan mensen in een koopwoning (13%).
Aan de ene kant is dit te verklaren door het grotere aandeel mensen met een laag inkomen dat in huurwoningen woont. De lasten worden op dit moment als hoog ervaren en hebben wellicht geen vertrouwen in de verhuurders, die hun energielasten zo ver omlaag zouden kunnen brengen dat het betalen van de rekening geen problemen meer oplevert. Een andere reden kan zijn dat de huurders niet weten dat verhuurders verantwoordelijk zijn voor de verduurzaming van de woning.
Overigens zit ook meer dan een kwart (27%) van de woningeigenaren met een inkomen onder de € 2.000,- in een negatieve energiespiraal. Voor deze groep is de situatie een stuk ingewikkelder. Verduurzaming is inderdaad duur en de huidige subsidiemaatregelen vergoeden slechts in een deel van de kosten die gemaakt zullen worden. Met andere woorden, 20% subsidie op een uitgave van meerdere duizenden euro’s betekent dat mensen met een laag inkomen nog steeds meerdere duizenden euro’s zouden moeten investeren.
Tweedeling in de energietransitie
De Sociale Alliantie waarschuwt voor een tweedeling in de energietransitie: “Het […] is moeilijk, omdat arme mensen vaak in slecht geïsoleerde huizen wonen, waarvan het energieverbruik vele malen hoger is. Ondertussen dreigen ze naast de voordelen van de energietransitie te grijpen of draait die – als we niets doen – in hun nadeel uit.” (Trouw, 28 december 2019)
In Groningen lijkt dit inderdaad zo te zijn. Mensen met minder inkomen hebben vaker een hoge energierekening, kunnen veel minder vaak investeren in duurzame maatregelen en verwachten in de toekomst vaker moeite te hebben de energielasten te betalen. Bij 15% van de Groningers staan alle drie de seinen op rood.
Door de grote verschillen tussen mensen met lagere en hogere inkomens ontstaat mogelijk een tweedeling in de energietransitie. Aan de ene kant kan een grote groep goed mee. Zij investeren in duurzame maatregelen, profiteren van aanwezige subsidies en brengen hun maandlasten omlaag. Aan de andere kant zit 15% van de Groningers mogelijk gevangen in een negatieve energiespiraal. Zij kunnen niet investeren, ook niet met de subsidie die voorhanden is en slechts een deel van de kosten vergoed. Daardoor houden zij hoge lasten. Dit veroorzaakt ten eerste verschillen in toekomstige maandelijkse kosten van huishoudens. Ten tweede geeft het mensen met lagere inkomens het gevoel dat ze op dit vlak niet mee kunnen komen in de maatschappij. Dit vergroot de tegenstellingen tussen arm en rijk. Een situatie die zeker in de energietransitie, die breed maatschappelijk draagvlak vereist, ongewenst is.
Onderzoeksverantwoording
Sociaal Planbureau Groningen stelde via het Groninger Panel aan inwoners van 18 jaar en ouder enkele vragen over milieu, duurzaamheid en de energietransitie. Tussen 6 en 23 december 2019 vulden 4.049 inwoners een digitale vragenlijst in.