Sinds de start van de coronacrisis hebben de coronamaatregelen impact op het onderwijs. Op 16 maart 2020 moesten alle onderwijsinstellingen hun deuren sluiten en moesten lessen zoveel mogelijk op afstand worden verzorgd. De rest van 2020 waren de (on)mogelijkheden binnen het onderwijs sterk wisselend. Afhankelijk van de studierichting hebben sommige jongeren sinds de start van het nieuwe schooljaar nog geen voet in hun school of universiteit gezet.
Het vaakst onderwijsachterstanden geconstateerd op mbo en in hoger onderwijs
Veel ouders met schoolgaande kinderen denken dat hun kind in november 2020 een onderwijsachterstand of studievertraging heeft opgelopen door de coronacrisis. De situatie verschilt per onderwijstype. Basisschoolouders zijn positiever gestemd dan ouders van studenten in het mbo en hoger onderwijs. Bijna de helft van deze laatste groep denkt dat hun kind op dat moment een achterstand heeft. Studenten (hbo/universiteit) zelf zijn iets positiever dan hun ouders, maar nog steeds geeft 1 op de 3 aan studievertraging te hebben opgelopen.
Hoewel studenten in het mbo en hoger onderwijs het vaakst tegen een studieachterstand aan dreigen te lopen, focust onderzoek tot nu toe vooral op het primair onderwijs. Onderzoek (Oxford University, oktober 2020) toont dat Nederlandse basisschoolleerlingen tijdens de eerste sluiting van de scholen weinig tot geen vooruitgang hebben geboekt. Dit geldt met name voor kinderen van laagopgeleide ouders. Onderzoek van Cito (2020) bevestigt dat de leergroei bij basisschoolleerlingen tijdens het afstandsonderwijs minder was dan in andere jaren.
Motivatieproblemen zijn het grootst onder hbo-/wo-studenten
1 op de 10 leerlingen in het basisonderwijs, 1 op de 3 in het voortgezet onderwijs, en zelfs de helft van de leerlingen in het hoger onderwijs kampt volgens hun ouders met motivatieproblemen. Als je het studenten in het hoger onderwijs zelf vraagt, geeft maar liefst 63% aan motivatieproblemen te hebben. Dit is gelijk aan de eerste meting in april. Dat verbaast niet, want er zijn nog steeds weinig contactmomenten voor studenten – één van de basisingrediënten voor een goede motivatie die mist bij het uitblijven van fysiek onderwijs (Ryan & Deci, 2000). Met name voor eerstejaars studenten in het mbo, hbo en wo is het moeilijk om binding met de opleiding te ontwikkelen (SCP-coronakompas, 2020). Het SCP waarschuwt voor een grotere kans op studie-uitval en wisselen van studie.
Grote ontevredenheid over onderwijskwaliteit, alleen basisonderwijs scoort voldoende
Het merendeel van de basisschoolouders vindt de onderwijskwaliteit in november goed. In april was dat minder dan de helft. Ouders van leerlingen in het voorgezet onderwijs zijn weliswaar iets beter te spreken over de onderwijskwaliteit dan in het voorjaar, nog steeds is minder dan de helft hier in november tevreden over. Ouders van studenten in het mbo en hoger onderwijs zijn het minst tevreden: respectievelijk 9% en 15% is positief. Hbo-/wo-studenten zelf oordelen iets milder: 1 op de 3 vindt de kwaliteit goed.
Ook leerkrachten in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs constateren dat de kwaliteit nu slechter is dan voor ‘corona’ (AOb, november 2020). Het voortgezet onderwijs is volgens deze leerkrachten het hardst getroffen: 3 op de 4 geven aan dat de onderwijskwaliteit daar slechter is. Bijna de helft van de leraren zegt zelfs dat het niet lukt om leerlingen goed voor te bereiden op het eindexamen.