Werk en inkomen
Veel Groningers maken zich zorgen over de gevolgen van corona voor hun werk of inkomen. Dit blijkt uit onderzoek dat Sociaal Planbureau Groningen in april 2020 uitvoerde. Inmiddels weten we dat de zorgen niet voor niets waren, want de wereldwijde economische crisis raakt ook Groningen zwaar. Naast mensen die al langere tijd met armoede of schulden kampten, komen nu nieuwe groepen in financiële moeilijkheden. Vooral zzp’ers maken zich zorgen. De ongelijkheid in de samenleving neemt toe, niet alleen landelijk. Ook regionaal en plaatselijk brengt dit nieuwe opgaven mee voor het beleid.
Zorgen over werk en inkomen vaak terecht
Bij slechts 0,06% van de Groningers (357 personen, peildatum 15 juni) is een coronabesmetting vastgesteld. Maar het aantal Groningers dat door coronamaatregelen werk of inkomen is kwijtgeraakt, is vele malen groter. In april was dat al bij 9% van de 18+’ers het geval, zo bleek uit ons Groninger Panelonderzoek. Gemiddeld maakte 16% van de Groningers zich op dat moment meer zorgen over zijn financiële situatie. Onderstaand figuur laat zien in hoeverre verschillende categorieën inwoners zich meer of minder zorgen maakten. Verder kun je in onderstaande figuur bij ‘selecteer een stelling’ doorklikken voor informatie over verwachte schulden en verlies van banen en opdrachten.
Zorgen ongelijk verdeeld
Zoals het figuur laat zien, leefden in sommige categorieën inwoners bovengemiddeld vaak zorgen over de eigen financiële situatie. Vooral zzp’ers springen eruit: 54% van hen maakte zich meer zorgen. Bij zelfstandigen met personeel was dit percentage eveneens bovengemiddeld, namelijk 35%. Ook onder mensen met een laag inkomen, een studentinkomen, een huurwoning van een corporatie of een minder goede gezondheid waren er relatief veel met meer financiële zorgen. De genoemde categorieën overlappen elkaar. Nadere analyse van de onderzoeksdata laat zien 70% van de mensen in de categorie ‘huurwoning van corporatie’ ook tot de categorie ‘inkomen onder € 2.000,-‘ behoort. Ook hebben mensen die bij een corporatie huren in vergelijking met mensen met een particuliere huur- of koopwoning relatief vaak (53%) een uitkering als belangrijkste inkomstenbron en een lage opleiding (29%). Onder mensen die hun gezondheid als slecht ervaren zijn mensen met een laag inkomen, een lage opleiding of een uitkering licht oververtegenwoordigd. Categorieën waarin relatief weinig mensen zich meer zorgen maakten, zijn huishoudens met meer dan € 3.000,- netto per maand, werknemers in loondienst en 65+’ers.
Economisch zwaar weer
Ons panelonderzoek met bovenvermelde uitkomsten is uitgevoerd in april 2020. De zorgen die toen leefden, worden nu, in juni, vrijwel dagelijks bevestigd door economen en financieel deskundigen. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht over heel 2020 een economische krimp van 6%. Ook (DNB) en de Rabobank voorzien een diepe economische crisis. Volgens de cijfers van DNB daalt het bruto binnenlands product (bbp) in Nederland dit jaar bijna twee keer zo hard als tijdens de kredietcrisis in 2009. De Rabobank geeft aan dat de werkloosheid dit jaar nog verder zal oplopen en dat de komende maanden steeds meer zzp’ers en flexwerkers zonder werk komen te zitten. Ook voorspelt de bank meer reorganisaties en faillissementen, waardoor ook meer werknemers met vaste contracten hun baan gaan verliezen. De drie genoemde instanties verwachten dat de economie in 2021 weer groeit, maar zeggen erbij dat de onzekerheid groot is. Veel hangt af van een eventuele tweede coronabesmettingsgolf en van het consumentengedrag.
Consumentengedrag
De economie kan volgens CPB in 2021 sneller aantrekken, als consumenten het geld dat ze in 2020 besparen op bijvoorbeeld vakanties en restaurantbezoeken, volgend jaar extra uitgeven. Op basis van ons panelonderzoek vermoeden we dat een deel van de consumenten zich – zeker op het gebied van vakanties en restaurantbezoeken – terughoudend zal gedragen, totdat er echt geen risico meer is op besmetting. In april maakte 17% van ons panel minder gebruik van voorzieningen die wel toegankelijk waren en besloot 11% zelf om af te zien van zorggebruik. Vermijden van besmettingsrisico was vermoedelijk de drijfveer, want veel mensen waren bang om zelf iemand te besmetten (44%) of besmet te worden (48%). Daarnaast speelden mogelijk financiële motieven een rol, want 7% moest in april flink bezuinigen. Niet denkbeeldig, dat de angst voor besmetting en het minder kunnen besteden nog lang het (consumenten)gedrag blijven beïnvloeden.
Ook in de provincie Groningen vallen flinke klappen
Er zijn meerdere onderzoeken verschenen onderzoeken verschenen over de economische gevolgen van corona voor Groningen of Noord-Nederland. Dat die gevolgen ook hier aanzienlijk zullen zijn, is onomstreden. Maar over de vraag in welke regio de grootste klappen gaan vallen, verschillen de analyses. Een relatief gunstig bericht komt van E&E Advies en Rijksuniversiteit Groningen. Zij stellen dat Noord-Nederland minder gevoelig is voor de huidige coronamaatregelen dan andere regio’s. Als reden noemen ze dat Noord-Nederland een oververtegenwoordiging kent van de sectoren overheid, onderwijs, landbouw, bouw en delfstofwinning, die relatief weinig lijden onder de coronamaatregelen. Ook het wetenschappelijk onderzoeksinstituut SEO stelt in mei dat de economie van Groningen naar verhouding minder wordt geraakt dan die van Nederland als geheel. Maar vooral de regio’s Delfzijl en omgeving en Oost-Groningen zullen volgens SEO de negatieve impact van corona op de economische groei en werkgelegenheid gaan merken. In april noemde de Rabobank Delfzijl en omgeving als één van de drie voor de coronacrisis meest gevoelige economieën in het land. Dit vanwege het grote aandeel van de industriële sector. De bank rekende overig Groningen (d.w.z. niet Oost-Groningen of Delfzijl e.o.) toen tot de minst gevoelige regio’s, omdat daar de zorgsector groot is. Maar in juni schrijft de Rabobank dat het gebied rondom de stad Groningen waarschijnlijk één van de zwaarst getroffen regio’s van het land wordt. In dit geval vanwege de sterke daling in de energievoorziening. UWV wijst erop dat 32% van de werknemers in de arbeidsmarktregio Groningen werkt in een sector die in 2020 naar verwachting groeit, namelijk gezondheids- en welzijnszorg, openbaar bestuur of post en koeriers. Daar staat tegenover dat 45% in een sector werkt waar de werkgelegenheid afneemt. Tussen januari en april groeide het aantal werkloosheidsuitkeringen in de provincie Groningen met 17%, blijkt uit een artikel in de Volkskrant. Ook het aantal bijstandsuitkeringen in Nederland nam volgens cijfers van het CBS in maart en april sterk toe. De nieuwe instroom betreft vooral de Tozo (tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers), maar ook het beroep op de algemene bijstand voor levensonderhoud nam sterk toe. Hier zijn momenteel (15 juni 2020) helaas nog geen regionale cijfers over bekend bij CBS.
In april slechts kleine regionale verschillen
In ons panelonderzoek zijn de vragen over werk en inkomen door inwoners van verschillende regio’s in de provincie vrijwel identiek beantwoord. We zien geen grotere problemen in Delfzijl en omgeving dan in de regio ‘overig Groningen’. Wel maakten in april iets meer mensen uit de regio Delfzijl zich meer zorgen over hun financiële situatie dan in Oost- en overig Groningen. Maar in vergelijking met overig Groningen verwachtten minder mensen in Delfzijl en omgeving hun baan of opdrachten kwijt te raken. Vaak zien we in ons onderzoek veel grotere verschillen tussen de regio’s in de provincie. We kunnen nog niet duiden waarom dat nu anders is.
In onderstaand figuur kun je doorklikken voor informatie over het percentage personen dat wel/niet verwacht schulden te krijgen, zich meer zorgen maakt over de financiële situatie, flink moet bezuiningen, verwacht (grotere) schulden te krijgen of verwacht de baan/opdrachten kwijt te raken.
Anticiperend beleid nodig
Ons eigen panelonderzoek en prognoses van CPB, Rabobank en anderen laten zien dat de coronacrisis geleidelijk toeslaat en dat het ergste nog moet komen. Het is van groot maatschappelijk belang om te voorkomen dat grote groepen inwoners hierdoor in armoede en schulden terecht komen. De steunmaatregelen van het Rijk compenseren een deel van de negatieve effecten van de coronamaatregelen. De provincie Groningen heeft bijna 12 miljoen euro gereserveerd om de vitaliteit van de economie en de samenleving extra te ondersteunen en de dienstverlening in stand te houden. Op grond van ons onderzoek en onze analyses zien we voor ons werkgebied provincie Groningen twee aanvullende beleidsopgaven, die inzet van en samenspel tussen alle overheden vereisen.
Om te beginnen zullen sommige zzp’ers en (kleine) zelfstandigen met personeel hulp kunnen gebruiken om de moeilijke periode, tot aan het verwachte economische herstel te overbruggen. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld helpen voorkomen dat schulden uit de hand lopen. Ze hebben de kennis en instrumenten hiervoor, maar moeten wellicht nog beter inspelen op de relatief nieuwe doelgroepen. Ook de werkgroep Sociale Impact van de Coronacrisis onder leiding van Femke Halsema komt tot het advies om “verruiming van het kwijtscheldingsbeleid te verkennen en te starten met een breed schuldenoffensief waarbij gemeenten en Rijk samenwerken om te komen tot een brede noodstop/pauzeknop waaraan overheden, corporaties, zorgverzekeraars, energiemaatschappijen en belastingdienst deelnemen”.
Een tweede opgave betreft de ongelijkheid in de samenleving. Mensen die in vergelijking met vele anderen al op achterstand staan, maken zich meer zorgen over hun financiële toekomst. Zij kunnen nu wellicht extra aandacht en ondersteuning gebruiken. De landelijke Planbureaus SCP en CPB laten zien dat zelfs zonder corona de armoede in Nederland de komende jaren met een kwart zal toenemen. Burgemeesters van vijftien steden, waaronder Groningen, pleiten in een manifest voor een investering in het voorkomen van een tweedeling door stapeling van problematiek in achterstandswijken. Uit ons onderzoek blijkt dat ongelijk verdeelde zorgen over de financiële situatie zich niet beperkt tot stedelijk gebied. Ook in plattelandsgebieden zijn de zorgen ongelijk verdeeld en dreigt stapeling van problematiek.
Meer inzichten
Is onderstaande totaalbeeld van de onderzoeksuitkomsten niet geheel zichtbaar? Bekijk deze dan hier.