Families in de Veenkoloniën aan het woord: over het voortduren en doorbreken van intergenerationele armoede
Generatie-armoede is een taai vraagstuk. Nieuwe generaties uit arme families hebben een grotere kans om zelf ook arm te worden. Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen hebben uitgebreid gesproken met 23 langdurig arme families uit de Veenkoloniën. Centraal stonden de vragen wat de familieleden graag zouden willen bereiken en waarom familieleden uit verschillende generaties dat niet hebben kunnen bereiken. Daarnaast kwam ter sprake welke acties de families zelf hebben ondernomen om hun situatie te verbeteren. De uitkomsten zijn op deze pagina samengevat. Ze helpen om generatie-armoede beter te begrijpen en betere keuzes te maken over hulpverlening aan arme families.
Het onderzoek naar intergenerationele armoede wordt gefinancierd door de provincies Groningen en Drenthe. Op basis van dit en andere onderzoeken naar armoede werkt de Alliantie van Kracht aan oplossingsrichtingen binnen intergenerationele armoede. Meer informatie over dit onderzoek en de wetenschappelijke publicaties, maar ook advies over de praktische toepassing is te verkrijgen bij de onderzoeker Erik Meij, e.meij@cmostamm.nl.
Inzichten voor de hulpverlening
Het onderzoek bevestigt dat verschillende mechanismen, die op elkaar inwerken, een rol spelen bij generatie-armoede. Langdurige veranderingen zullen alleen plaatsvinden als de hulpverlening aansluit op die mechanismen. Belangrijke adviezen voor de hulpverlening zijn daarom:
- Probeer zo veel mogelijk inzicht te krijgen in de mechanismen die armoede in een familie in stand houden, door met families in gesprek te gaan. Toon daarbij interesse voor de manieren waarop mensen zelf proberen om uit armoede te raken, probeer deze strategieën te begrijpen en sluit hier in de hulpverlening zo veel mogelijk op aan. (Groot)ouders zijn vaak heel gemotiveerd om veranderingen in gang te zetten, maak daar dus gebruik van.
- Inzicht krijgen in de mechanismen en mobiliteit van een familie kost tijd en inspanning. Daarom is het van belang dat de hulpverlening langdurig is en dat er sprake is van één hulpverlener die van alle aspecten van de familie en de hulpverlening op de hoogte is.
- Ouders en grootouders moeten meer betrokken worden door instanties (uitkering, scholen, verschillende typen hulpverlening) om ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren zich gesteund voelen in de keuzes die ze maken en er meer openheid komt over de mogelijkheden die er zijn. De invloed van ouders en grootouders is in de kindertijd en adolescentie namelijk van grote invloed op het gedrag en de normen en waarden van de jongere generaties.
- Zet niet alleen in op verbeteren van de financiële situatie, maar kijk verder met de families.
Hoe bereik je families in armoede – volgens henzelf
- Laten zien dat je blijft luisteren, ook al staan de werelden soms ver uit elkaar of ook al zijn er onredelijke eisen. Er ligt altijd wat onder. Blijf in gesprek. Bedenk: zou je zelf direct je levensverhaal op tafel willen leggen?
- Gelijkwaardige toon blijven houden.
- Verwachtingen langzaam opbouwen.
Waar willen families dat op ingezet wordt?
- Vergroten van de mogelijkheden (infrastructuur/werk).
- Minder sancties, meer vertrouwen.
- Vergroten van kansen.
- Werken aan andere zaken dan geld en werk; stabiliteit, praten met elkaar.
Familiemechanismen: Waarom lukt het veel families niet om uit armoede te komen?
Opgroeien in armoede vergroot het risico om zelf ook in armoede te belanden. Onderstaande figuur geeft de levenslijn van drie generaties van de familie Herbers weer, gebaseerd op wat grootouders, ouderen en kinderen zelf ervaarden als oorzaken voor hun armoede. De figuur illustreert dat armoede kan voortduren in verschillende generaties, en dat daar zowel generatie-overstijgende als individuele oorzaken voor zijn.
Het is niet altijd zo dat een hele familie getroffen wordt door de armoede. Zo zijn de oorzaken die bij de eerste zoon (2e generatie) van de familie Herbers voor armoede hebben gezorgd, voor de tweede zoon geen blokkades zijn geweest. Families worden overigens nooit door maar één mechanisme beïnvloed, maar hebben vaak te maken met een set aan mechanismen die hen in hun moeilijke situatie houden.
Klik op onderstaande afbeelding voor een beter leesbare versie
Soorten mechanismen
De oorzaken die de families in de interviews noemden, zijn hieronder opgesplitst in mechanismen die ervoor zorgen dat mensen in armoede raken en mechanismen die mensen in armoede houden.
Klik op onderstaande afbeelding voor een beter leesbare versie
Mobiliteitsstrategieën: Welke acties ondernemen families om uit armoede te komen?
Families die in armoede leven, willen graag de kansen voor hun kinderen en kleinkinderen vergroten. Maar in een situatie van armoede is dat niet altijd gemakkelijk. Omdat er niet altijd genoeg geld of andere middelen zijn om te investeren in nieuwe kansen, moeten er soms moeilijke afwegingen gemaakt worden. Zo kan er bijvoorbeeld voor worden gekozen om een kind, dat niet graag en gemakkelijk leert, geen vervolgopleiding te laten doen. De kans dat het kind een diploma haalt, weegt dan namelijk niet op tegen de kosten van de opleiding. Zo worden er voortdurend keuzes gemaakt, die wel of niet bijdragen aan de sociale mobiliteit. De acties die daaruit voortkomen vormen samen de ‘mobiliteitsstrategie’.
Domeinen van mobiliteit
Sociale mobiliteit wordt gedefinieerd als het idee dat mensen ‘ vooruitkomen’, dat ze ‘de ladder beklimmen’. Ze voelen zich bekwaam, betrokken en gerespecteerd en hebben een redelijke controle over hun doelen. Sociale mobiliteit kan plaatsvinden in verschillende domeinen, zoals te zien in de onderstaande figuur. Een verandering in het ene domein van mobiliteit, beïnvloedt de mobiliteit in een ander domein. Zo kan een verhuizing (geografische mobiliteit) bijvoorbeeld de baankans vergroten (economische mobiliteit).
Klik op onderstaande afbeelding voor een beter leesbare versie
Mobiliteit en immobiliteit kunnen in allerlei vormen plaatsvinden. In de figuur hieronder zijn voorbeelden weergegeven die uit de interviews naar voren zijn gekomen. Als je met de muis over de voorbeelden beweegt, zie je een bijpassende quote uit een interview. Ook zie je dan of er in het voorbeeld sprake is van een actieve, berustende of vermijdende houding. Bij een actieve houding worden er acties ondernomen om uit de huidige positie te bewegen of worden er acties ondernomen om juist in de huidige positie te blijven. Personen met een berustende houding zijn tevreden met de sociale positie en zijn niet op zoek naar verandering. Personen met een vermijdende houding ondernemen ook geen actie om te veranderen, maar zijn wel ontevreden over hun sociale positie.