Vitaal ouder worden
Het aantal en aandeel ouderen in de Groningse bevolking neemt de komende decennia sterk toe. Veel mensen hechten er aan zo lang mogelijk vitaal te blijven en hun zelfstandigheid te behouden. Voor de samenleving is dat ook van belang: het betekent dat ouderen langer actief betrokken zijn in hun omgeving en minder een beroep hoeven doen op formele zorg. Hoe gezond en vitaal voelen Groningers zich? En hoe doe je dat: ‘gezond en vitaal ouder worden’? Welke hulp hebben zij daarbij nodig? Op deze pagina wordt informatie gegeven over de levensverwachting, feitelijke en ervaren gezondheid van Groningers en wie zij nodig hebben om gezond te blijven.
Levensverwachting
We worden gemiddeld steeds ouder, in 2016 was de levensverwachting in Groningen bij geboorte 82,6 jaar voor vrouwen en 78,7 jaar voor mannen. Dit is een verschil van 3,9 jaar. Op 65-jarige leeftijd is de levensverwachting voor vrouwen nog steeds 2,8 jaar hoger dan die voor mannen (20,8 jaar versus 18,1 jaar). De resterende levensverwachting is voor vrouwen op iedere leeftijd groter dan voor mannen, maar met een toenemende leeftijd neemt het verschil in resterende levensverwachting wel af. Het verschil in levensverwachting bij de geboorte tussen mannen en vrouwen is vooral een gevolg van de kleinere sterftekansen voor vrouwen van 65 jaar en ouder. Op jongere leeftijd sterven ook (iets) meer mannen dan vrouwen, maar dit verschil in sterfte heeft een klein effect op het geslachtsverschil in de levensverwachting, omdat op jonge leeftijd relatief weinig mensen overlijden in Nederland.
Als we kijken naar de levensverwachting per gemeente dan zien we dat de laagste levensverwachting in 2016 in de provincie Groningen in de gemeente Ten Boer is (78,5 jaar). In de gemeente Leek is de gemiddelde levensverwachting bij geboorte het hoogste in de provincie met 82,7 jaar. In de provincie Groningen is de levensverwachting na 65 jaar gemiddeld nog 19,5 jaar. In de gemeenten Ten Boer en Delfzijl is de levensverwachting na 65 jaar het laagste met 17,1 en 18,4 jaar. In de gemeente Leek is de levensverwachting na 65 jaar het hoogste met 21,2 jaar. Dit is een verschil van ruim 4 jaar met de laagste levensverwachting op 65 jarige leeftijd.
Overgewicht
Je gewicht heeft invloed op je gezondheid. In de periode 1990-2006 is het percentage volwassenen met overgewicht in de provincie Groningen sterk toegenomen van 37% naar 51%. Sinds 2002 is het aandeel volwassen Groningers met overgewicht redelijk stabiel. De grootste groep met overgewicht in 2016 is de leeftijdsgroep 35-49 jarigen. De 19-34 jarigen hebben veel minder vaak overgewicht dan alle andere leeftijdsgroepen.
In de visualisatie kunt u zien dat in de oostelijke gemeenten relatief de meeste mensen wonen met overgewicht. In Groningen en Haren is het minst vaak sprake van overgewicht. Ook Zuidhorn, Winsum en Bedum blijven nog net onder het landelijke percentage.
Groningers over het algemeen positief over eigen gezondheid
Leden van het Groninger Panel beoordelen hun gezondheid gemiddeld met een 7,6, dus ruim voldoende tot goed. Maar naar mate men ouder wordt neemt het gemiddelde cijfer af. Onder 18-34-jarigen is het gemiddelde nog een 7,8 maar dit daalt tot een 7,3 onder 75-plussers. Als we kijken naar het verschil tussen hoger en lager opgeleiden zien we dat hoger opgeleide Groningers uit het panel iets positiever zijn (7,7) over hun eigen gezondheid dan lager opgeleide provinciegenoten (7,3).
In de oostelijke gemeenten, Delfzijl, Appingedam, Oldambt, Pekela en Stadskanaal ervaren relatief minder volwassenen hun gezondheid als goed dan in de rest van de provincie. In het westelijk deel van de provincie ervaren relatief de meeste volwassenen hun gezondheid als goed.
Als we kijken naar de oorzaak van de minder goed beoordeelde eigen gezondheid dan kunnen we daar het volgende over zeggen. 38% van de 18-34-jarigen heeft last van lichamelijke klachten en aandoeningen. Onder 75-plussers is dit aandeel verdubbeld naar 76%. Als het gaat om psychische klachten of persoonlijke problemen, dan zien we een tegengestelde tendens. 36% van de 18-34-jarigen heeft hiervan last. Dit aandeel loopt af tot 26% onder 75-plussers.
Ouderen, hoger opgeleiden en mensen die zich minder gezond voelen passen vaker hun gedrag aan omwille van gezondheid
Naar mate mensen ouder worden krijgen ze meer te maken met gezondheidsproblemen. Uit de paneldata komt dan ook naar voren dat de oudere leeftijdsgroepen hier rekening mee houden en vaker iets wel/niet doen om gezond te blijven. Met name de jongste leeftijdsgroep (18-34) geeft aan zelden of nooit bewust dingen te doen of laten om gezond te blijven. Bij mensen die een betere gezondheid ervaren worden, ook bij andere leeftijdsgroepen, minder vaak bewuste keuzes gemaakt omwille van de gezondheid. Zij voelen waarschijnlijk minder noodzaak of urgentie.
Hoewel hoger opgeleiden zich iets gezonder voelen dan lager opgeleiden en minder vaak aangeven last te hebben van lichamelijke of psychische klachten, doen of laten zij juist vaker (62%) dingen omwille van hun gezondheid dan lager opgeleide Groningers (49%).
Jongere Groningers geven vaker aan hulp te kunnen gebruiken dan oudere Groningers
Veel mensen willen graag zo gezond en vitaal mogelijk blijven, vaak lukt dat beter als zij hier hulp bij krijgen. We vroegen panelleden bij welke aspecten, die te maken hebben met gezond en vitaal leven, zij hulp kunnen gebruiken. Jongeren blijken het vaakste aan te geven dat zij hulp kunnen gebruiken bij het omgaan met stressvolle situaties (32%). De twee oudste leeftijdsgroepen hebben hier relatief juist heel weinig hulp bij nodig (respectievelijk 9% en 11%). Jongeren (18 tot 34 jaar) geven vaker aan hulp te kunnen gebruiken op het terrein van gezond en vitaal leven dan oudere inwoners van de provincie Groningen.
Over het algemeen is er een dalende trend van hulpbehoevendheid te zien naar mate men ouder wordt, alleen als de grens van 75 jaar is gepasseerd is hier nog een kleine toename in te zien. Als we kijken naar opleiding, dan is de hulpbehoefte van lager opgeleide Groningers op bijna alle gezondheidsaspecten (iets) groter dan onder hoger opgeleide Groningers.
Familie en vrienden belangrijkste steun voor ouderen om zo lang mogelijk gezond te blijven
Aan het Groninger Panel is ook gevraagd wie er het beste kan helpen om zo lang mogelijk gezond te blijven. Zowel jong als oud vinden dat familie/vrienden hierbij het beste kunnen helpen. Ook onder de verschillende opleidingsniveaus staat deze groep op de eerste plaats. De hulp moet veel minder gezocht worden bij zorgverzekeraars. Ook daarover denkt men in de verschillende leeftijdsgroepen en opleidingsniveaus hetzelfde.
Er zijn wel accentverschillen: Hoe ouder, des te meer men huisartsen een rol toedicht. En hoe ouder, des te vaker de partner wordt genoemd. Onder 75-plussers gaat het vaker spelen dat een partner is weggevallen, en hierin geen rol (meer) kan vervullen. Vergeleken met de groep 66 tot en met 74-jarigen wordt de partner onder 75-plussers dan ook minder vaak genoemd.
Hoe jonger, des te vaker de wijkverpleegkundige of thuiszorg als beste ‘hulpverlener’ wordt genoemd. En hoe jonger, hoe vaker het vertrouwen dat een sportclub/vereniging hierbij een rol van betekenis kan vervullen.
Wijkverpleegkundige/thuiszorg belangrijkste steun voor ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen
Als laatste hebben we gevraagd wie ouderen het beste kan helpen om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Zowel jong als oud vinden dat hulp van een wijkverpleegkundige/thuiszorg het meest helpt om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. Gevolgd door familie/vrienden en de partner/huisgenoten. Ook voor de verschillende opleidingsniveaus worden zij in die volgorde genoemd.
Met het klimmen der jaren worden familie/vrienden wel minder vaak genoemd. Zo meent twee derde van de 18-34-jarigen dat vooral hulp in de familiekring kan bijdragen aan langer zelfstandig wonen. Onder 75-plussers is minder dan de helft deze mening toegedaan. Waarschijnlijk omdat senioren met het ouder worden meer gezondheidsproblemen ondervinden en merken dat die binnen de eigen kring niet altijd meer zijn op te lossen. Bovendien zagen we eerder ook al dat ouderen wat terughoudender zijn met het inzetten van familie/vrienden om gezonder te leven dan jongeren. Hoe ouder, des te vaker de huisarts wordt genoemd die het mogelijk maakt om langer zelfstandig te blijven wonen.