Jongeren zijn de afgelopen tijd vaak in het nieuws geweest als groep die zwaar wordt getroffen door de coronacrisis. Onderzoek onder jongeren in het Groninger Panel laat echter een genuanceerd beeld zien. Veel jongeren in het Panel geven aan nog geen last te hebben van financiële problemen. Wel zijn jongeren in loondienst in het Groninger Panel twee keer vaker dan andere leeftijdsgroepen in loondienst al hun baan kwijtgeraakt en verliezen sommige studenten hun bijbaan. Voor jongeren in kwetsbare posities, zoals jonge mantelzorgers of jongeren die al in armoede leefden, komen deze financiële problemen nog eens bovenop de moeilijkheden die zij al hadden.
Jongeren onzeker over toekomst
Veel jongeren werken in hardst getroffen sectoren
In de provincie Groningen wonen ruim 96.700 jongeren van tussen de 18 en 27 jaar. Dit is ruim 16% van de totale bevolking in Groningen (CBS, 2020). Volgens berekeningen van het CBS blijkt dat deze jongeren (als werknemer) oververtegenwoordigd zijn in de sectoren die worden getroffen door de coronamaatregelen, zoals bijvoorbeeld de horeca. Ook hebben jongeren vaker een flexcontract of tijdelijke aanstelling, waardoor zij meer risico lopen op het verliezen van hun baan (CBS, 2020).
Binnen de groep jongeren maken wij in ons onderzoek op hoofdlijnen onderscheid tussen twee groepen, namelijk jongeren die studeren en een studenteninkomen hebben (studiefinanciering, bijbaan etc.) en werkende jongeren.
Eén op de elf werkende jongeren is baan kwijt
Van de Groningse jongeren die al aan het werk zijn (in loondienst) geeft 9% aan zijn of haar baan of opdrachten al (grotendeels) te zijn kwijtgeraakt. Nog eens 10% verwacht dat dit nog gaat gebeuren. Deze percentages zijn bijna twee keer zo hoog als de percentages voor mensen in loondienst over alle leeftijden (respectievelijk 5% en 6%). Dit heeft, zoals hierboven benoemd, waarschijnlijk te maken met het soort contract dat jongeren hebben en de sector waarin zij werkzaam zijn, zoals bijvoorbeeld de horeca.
Drie keer meer WW-uitkeringen aangevraagd dan vorig jaar
We zien ook dat de toename in aanvragen voor WW-uitkeringen onder jongeren hoger is dan bij andere leeftijdsgroepen. In de provincie Groningen lag het totaal aantal aanvragen voor een WW-uitkering bij jongeren tussen 15 en 25 jaar in de eerste twee maanden van dit jaar net onder de 500. Dat is ongeveer op hetzelfde niveau als begin 2019. In maart en april groeide het aantal nieuwe aanvragen door de coronamaatregelen. In maart waren er in totaal 716 WW-uitkeringen, waarvan 340 nieuwe aanvragen. In april waren er zelfs 672 nieuwe aanvragen, waardoor het totaal aantal uitkeringen in april groeide tot 1.226. Dat is bijna drie keer zoveel als in april 2019 (441). De meeste van deze jongeren werkten in de dienstensector. Meer informatie over WW-uitkeringen onder jongeren lees je de nieuwsbrief special van CMO STAMM over het effect van corona op de jeugd.
Studenten hebben wel meer zorgen, maar nog geen financiële problemen
Ook onder studenten geeft een deel aan reeds zijn of haar bijbaan of opdrachten (grotendeels) te zijn kwijtgeraakt als gevolg van de coronacrisis (8%). 6% geeft aan te verwachten dat hem of haar dit nog staat te wachten. In tegenstelling tot landelijke berichten zijn er geen studenten in het Groninger Panel die aangeven de vaste lasten niet meer te kunnen betalen. Waarschijnlijk heeft dit ermee te maken dat de uitgaven op de korte termijn ook lager liggen, doordat jongeren bijvoorbeeld minder gebruik konden maken van de horeca en andere vrijetijdsbestedingen die geld kosten. Dit komt overeen met het beeld dat studenten uit het Panel geven over hun huidige uitgaven, 61% van de studenten geeft aan in april minder uit te geven dan normaal. Wel geeft 1 op de 5 studenten aan zich meer zorgen te maken over de financiën dan normaal.
Oplopende studieschuld en onzekerheid over toekomst
Wat opvalt, is dat het percentage jongeren dat aangeeft oplopende schulden te verwachten bijna 2x zo hoog is voor studenten als voor werkende jongeren. Vermoedelijk heeft dit te maken met de studievertraging die veel jongeren oplopen door de coronacrisis. In het Groninger Panel heeft 47% van de mensen van 18 jaar en ouder die onderwijs volgen aan het mbo, hbo of wo aangegeven studievertraging of een onderwijsachterstand op te lopen. Voor vele jongeren komen deze extra kosten nog bovenop de staatslening als gevolg van het afschaffen van de basisbeurs in 2015.
Bovendien maken jongeren zich zorgen over hun kansen op de arbeidsmarkt. Een diploma zonder hiervoor een examen gemaakt te hebben of een stage gevolgd te hebben, zou hun kans op een baan kunnen verkleinen. Vooral omdat de economie al gespannen is met veel jongeren die ineens een WW-uitkering hebben. Maar ook jongeren die nog wel een baan hebben, zijn onzeker over hun toekomst. Zij verwachten minder kans te hebben op een vast contract en hebben het gevoel te stagneren in hun werk.
Geef jongeren ruimte en regie
Gemeenten staan voor de uitdaging om jongeren verder te helpen en een goede start te geven op de arbeidsmarkt. Ook los van de coronacrisis is investeren in de inzetbaarheid van schoolverlaters en andere jonge toetreders nodig, volgens de Planbureaus SCP en CPB. Als voor de hand liggende maatregelen noemen ze langer doorleren en vergroten van werkvaardigheden via stages en vrijwilligerswerk. De werkgroep Sociale Impact van de Coronacrisis, onder leiding van Femke Halsema, gaat uitgebreid in op de positie van jongeren. De werkgroep vindt dat jongeren meer regie moeten krijgen over hun eigen leven en een grotere stem bij de besluitvorming over hun toekomst. ‘De landelijke en lokale politiek kan de jeugd dringend uitnodigen om mee te denken en mee te ontwerpen, en kan dit proces faciliteren Uitvoering zal vooral op lokaal niveau in samenwerking met lokale gemeenschappen plaats moeten vinden’, aldus de werkgroep. Wij voegen hieraan toe dat ook de provinciale politiek kan bijdragen aan de politiek-maatschappelijke participatie van jongeren. De werkgroep Sociale Impact van de Coronacrisis benadrukt het belang van maatwerk. Vanuit ons onderzoek kunnen we de noodzaak daarvan bevestigen. Want binnen de leeftijdsgroep 18 tot 27 jaar zijn er grote verschillen, in onder meer leefomstandigheden en keuzemogelijkheden. Wie jongeren extra kansen wil bieden, zal op die verschillen moeten inspelen.