Grote groep leerlingen heeft moeite gemotiveerd te blijven voor onderwijs
Ongeveer de helft van de basisschoolouders geeft aan dat hun kinderen het moeilijk vinden gemotiveerd te blijven om huiswerk te maken en online lessen te volgen. Een even grote groep ouders van kinderen in het voortgezet onderwijs rept over een motivatieprobleem. Dat blijkt uit onderzoek onder het Groninger Panel, dat in april 2020 is uitgevoerd.
Op 16 maart gingen alle scholen dicht. Kinderen volgden les vanuit huis en hadden af en toe digitaal contact met de leerkracht en de klasgenoten. Alleen voor leerlingen met ouders in een cruciaal beroep bleven de deuren open. Later kwamen daar ook kwetsbare kinderen bij, waarvoor fysieke aanwezigheid op school een uitkomst was. Basisschoolleerlingen krijgen sinds 11 mei de halve schoolweek les op school. In het begin moesten ook leerlingen in het basisonderwijs 1,5 meter afstand houden. Na bijna drie maanden komen basisscholieren weer samen met al hun klasgenootjes. De basisscholen gaan vanaf 8 juni weer met volledige klassen aan de slag.
Scholen voor voortgezet onderwijs bleven gesloten tot 2 juni. Een belangrijk verschil met de start in het basisonderwijs is dat leerlingen in het voortgezet onderwijs wél 1,5 meter afstand van elkaar moeten houden. In het basisonderwijs hoeven leerlingen dat niet. Dit betekent dat in het voortgezet onderwijs op de meeste scholen (veel) minder dan de helft van de leerlingen tegelijkertijd naar school kunnen. Het voortgezet onderwijs moet hierdoor langer wachten op ‘terug naar normaal’. Terwijl uitkomsten van het Groninger Panel laten zien dat ouders op veel punten aangeven dat leerlingen in het voortgezet onderwijs nog meer nadeel ondervinden van het thuisonderwijs dan het basisonderwijs.
Motivatieproblemen bij grote groep leerlingen
Met het afstandsonderwijs verliest een deel van de kinderen de interesse in school en huiswerk. Dat constateren zowel ouders van basisschoolleerlingen als leerlingen in het voortgezet onderwijs. Voor beide schoolsoorten zien we eenzelfde beeld. De helft van de ouders geeft aan dat hun kind moeite heeft gemotiveerd te blijven voor het onderwijs. Een derde van de ouders zegt geen motivatieproblemen te zien bij hun kind.
Onderwijsachterstand niet zomaar weggewerkt
Twee maanden onderwijs op afstand heeft zijn beperkingen. Zo vindt bijna de helft van de basisschoolouders (46%) de kwaliteit van het onderwijs goed, maar vindt 20% deze onvoldoende. Ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs zijn minder positief; 30% is tevreden over de onderwijskwaliteit, maar 36% niet.
Ruim een kwart van de basisschoolouders (28%) en ruim een derde van de ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs (37%) denkt dat hun kind onderwijsachterstand heeft opgelopen. En 42% van alle panelleden verwacht dat de achterstanden niet zomaar zijn weggewerkt en op langere termijn nog zichtbaar zijn.
1 op de 5 ouders vindt dat zij hun kind onvoldoende steunen bij basisonderwijs aan huis
Scholen hebben in korte tijd flink moeten improviseren om hun leerlingen lesstof bij te brengen. Ouders ook. Er wordt bijvoorbeeld via allerlei apps en software les gegeven en vragenuurtjes ingelast en in de vorm van weektaken huiswerk opgegeven. Bijna een kwart van het Groninger Panel (23%) verwacht dat de trend van meer onderwijs op afstand blijvend is. Met het onderwijs op afstand wordt een groter beroep op ouders gedaan. Eén op de vijf ouders in het basisonderwijs (19%) en voortgezet onderwijs (21%) vindt echter dat zij onvoldoende ondersteuning kunnen bieden bij het schoolwerk. Toch denkt 15% van alle panelleden dat er blijvend een groter beroep op ouders wordt gedaan om hun kinderen te ondersteunen bij het onderwijs.
Meer inzichten
Is onderstaande totaalbeeld van de onderzoeksuitkomsten niet geheel zichtbaar? Bekijk deze dan hier.