Verdieping Ervaringen ouderen
Veel ouderen willen én blijven ook tot op hoge leeftijd zelfstandig wonen. Dit roept de vraag op: hoe zorgen we ervoor dat de zorg- en ondersteuning aansluit op wat ouderen nodig hebben? We interviewden 45 zelfstandig wonende ouderen in Groningen en Drenthe over de zorg en ondersteuning die ze het afgelopen jaar ontvingen. Ze vertelden over hun ervaringen met zorg- en ondersteuning thuis en in hun buurt, zoals de huisarts en wijkverpleging, zorg in het ziekenhuis (acute zorg), zorg na het ziekenhuis en opname in het verpleeghuis. We vroegen aan ouderen wat volgens hen goed gaat, tegen welke knelpunten ze aanlopen en hoe volgens hen de samenwerking in de zorg verloopt.
In het kort
- Ouderen hechten veel waarde aan een persoonlijke benadering door zorgverleners. Ze verwachten dat er begrip is voor hun situatie, ook als zij het moeilijk vinden om dit te uiten. Daarbij is het belangrijk dat de zorg aansluit bij hun wensen en leefsituatie. Dat het mogelijk is om zelfstandig te zijn en zo lang mogelijk thuis te blijven wonen.
- Over de zorg die ze krijgen zijn ouderen over het algemeen tevreden, in tegenstelling tot de soms negatieve berichten in de krant.
- Wat ouderen wel lastig vinden, is het regelen van hun eigen zorg. Verder maken ze ook vervelende situaties mee. Soms zijn dit zelfs levensbedreigende incidenten. Bij ontslag uit het ziekenhuis wordt niet altijd gekeken of de zorg thuis wel goed geregeld is.
- Ouderen vragen zich af of de zorg wel betaalbaar blijft en of iedereen in de toekomst wel voldoende zorg ontvangt.
Wijknetwerk
Ouderen vinden een goede band met de huisarts erg belangrijk en zijn hier over het algemeen tevreden over. Ze vinden dat het contact vroeger gemoedelijker verliep maar de huisarts had ook meer status. “Tegenwoordig is de situatie tussen de huisarts en jou als patiënt gelijkwaardiger. Ik zeg toch sneller wat ik denk.” De huisarts moet begrip tonen, goed luisteren en de tijd voor ze nemen. “Onze huisarts luistert goed en neemt de tijd voor ons. Hij geeft duidelijke informatie en anders vraag ik hem om dingen duidelijker uit te leggen,” vertelt een oudere.
Sommigen ouderen vinden dat de huisarts niet altijd deskundig overkomt. Dit komt door vragen als: ‘wat vind je er zelf van?’ ook lopen ouderen ertegen aan dat huisartsen een verkeerde diagnose stellen waardoor ze langer met klachten blijven rondlopen. Ook hebben ouderen soms het gevoel dat ze bepaalde behandelingen niet meer krijgen vanwege hun leeftijd. Ze moeten dan zelf aandringen op verdere behandeling of onderzoek.
Ouderen denken na over hoe ze zelfstandig kunnen blijven wonen als ze meer problemen krijgen met hun gezondheid. Zo vertelt een oudere: “We hebben ons huis een tijd geleden al helemaal aangepast en gelijkvloers gemaakt. Ook de tuin is onderhoudsvriendelijk en met een rolstoel kun je achterom door de garage naar buiten.”
Over mantelzorg zijn ouderen positief. Ze zijn dankbaar voor de hulp die ze ontvangen maar zien ook het knelpunt dat de zorg veel van hun mantelzorger vraagt. Zo vertelt een oudere: “Mijn man zorgt op dagelijkse basis voor mij. Hij is blij dat hij dit voor mij kan doen, maar hij zegt zelf ook dat hij geen keus heeft en dat het hem beperkt in zijn vrijheid.” Ouderen worden bij voorkeur geholpen door hun partner, kinderen of buren, maar vinden het ook lastig om hulp te vragen. Ze willen hun naasten niet te veel belasten.
Ouderen die thuiszorg ontvangen, vinden het fijn als ze zelf aan kunnen geven wanneer de thuiszorg langskomt en waarderen het als de verpleging bereid is om (iets) meer te doen dan alleen de specifieke taken. Ze vinden het vervelend als er weinig tijd is.
Over de particuliere huishoudelijke hulp zijn ze over het algemeen positief. Zij werken meestal zelfstandig en vragen soms of ze nog iets extra’s kunnen doen.
Een knelpunt wat ouderen ervaren is dat ze erg eenzaam kunnen zijn. Ouderen krijgen steeds minder sociale contacten en hechten veel waarde aan ontmoetingsplaatsen, zoals een dagbesteding of ‘huiskamers’. Een oudere vertelt: “In het begin moest ik er niet zoveel van weten, want toen was mijn man er ook nog. Nu ben ik er twee keer per week en dat vind ik heel fijn. Ook dat ze voor ons koken. Daar heb ik ook veel steun aan.”
Acute zorgketen
Veel ouderen komen regelmatig in het ziekenhuis. De zorg die ze hier krijgen wordt over het algemeen als positief ervaren. Zo worden bijvoorbeeld verwijzingen en onderzoeken snel geregeld, artsen geven duidelijke informatie, nemen de tijd en staan open voor vragen. “Intussen ben ik op verschillende afdelingen in het ziekenhuis geweest en in verschillende ziekenhuizen. Over het geheel ben ik tevreden over de zorg die ze hier geven,” vertelt een van de ouderen, die al haar hele leven kampt met een chronische aandoening. Er wordt goed naar ze geluisterd, en dat stelt ze gerust.
Er zijn ook problemen benoemd waar ouderen tegen aan lopen. Zo zorgt het ontbreken van informatie of het verstrekken van onduidelijke informatie voor veel ongerustheid en ontevredenheid. En ouderen worden soms al uit het ziekenhuis ontslagen terwijl ze nog verder willen herstellen of dat hun thuissituatie hier niet goed op voorbereid is. Ouderen geven hiernaast ook voorbeelden van levensbedreigende incidenten bijvoorbeeld door een tekort aan personeel in de zorg. “Toen ik op de Intensive Care lag van het ziekenhuis kreeg mijn overbuurman problemen. Hij drukte op de bel naast zijn bed, maar de verpleegkundige hoorde dit niet omdat ze even bij de hartbewaking was weggelopen en hier geen vervanging aanwezig was. Mijn overbuurman drukte een tweede keer, maar toen had hij al veel minder kracht. Ik zag dat het helemaal niet goed ging en heb toen op alle bellen gedrukt. Op dat moment kwamen de verpleegkundigen en artsen eraan en begonnen met reanimeren. Later vertelden ze dat ik hiermee zijn leven heb gered.”
Zorg na het ziekenhuis
Veel ouderen maken zich zorgen als ze ontslagen worden uit het ziekenhuis. Een knelpunt is dat bij het ontslag niet altijd rekening gehouden wordt of de thuissituatie is voorbereid op de terugkomst van de oudere: “Mijn man was heel erg ziek en wij konden hem niet meenemen. Toen is hij met de ambulance teruggebracht en thuis in een stoel gezet. Gelukkig was een vriend van mijn zoon aanwezig, die voor ons een bed in de kamer heeft gezet.” Een ander knelpunt is dat ouderen niet altijd ervaren dat ze een vrije zorgkeuze hebben. Ze worden in het ziekenhuis ontvangen door een gastvrouw die van de thuiszorg blijkt te zijn of door een arts doorverwezen naar een bepaalde thuiszorgorganisatie. “Je hebt apart mensen daar (in het ziekenhuis) zitten om zieltjes te winnen en daar hou ik helemaal niet van. Ik vind ook dat de artsen die naar de zuster verwijzen [thuiszorgorganisatie X], die horen daar niet. Je kan dan geen vrije keuze maken. Ik vind dat de samenwerking niet op deze manier tot stand moet komen, ”aldus een oudere. Ze kiezen liever zelf van welke zorg zij gebruik maken.
Opname verpleeghuis
Ouderen hebben een sterke voorkeur om het liefst zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Onder de meeste ouderen heerst een negatief beeld van het verzorgings- en verpleegtehuis omdat ze dan hun zelfstandigheid kwijt zijn. “Ik wil niet naar een bejaardentehuis. Ik heb zelf ervaring met het bejaardentehuis, omdat ik moest revalideren nadat een van mijn benen geamputeerd was. Maar ik zou er zelf niet kunnen wonen.”
Tips
Ouderen geven de volgende tips aan organisaties binnen de zorgketen
- “Geef mensen die intensievere zorg nodig hebben deze zorg in hun eigen vertrouwde omgeving, als ze dit zelf willen”
- “Instanties zoals gemeenten en zorgverzekeraars zouden eenvoudiger kunnen communiceren en het proces efficiënter kunnen laten verlopen”
- “Ik vind het goed dat mensen naar elkaar omzien en zorgen voor elkaar maar dit moet niet opgelegd worden door de overheid. Ik heb vroeger zelf ook veel ouderen geholpen maar je moet niet structureel voor je buren moeten zorgen. Oudere buren hebben zelf ook allemaal gezondheidsklachten!”
Ouderen geven de volgende tips aan andere ouderen
- “Ik regel zelf heel veel. Ik bel of mail en dan komt het goed. Dat is niet zo moeilijk. Dat zouden meer mensen moeten doen. Bijvoorbeeld als ze anderhalf uur te laat worden opgehaald door de deeltaxi. Dan zeg ik wel eens ‘Bel er achteraan. Hoe meer klachten er komen, hoe eerder er wat aan wordt gedaan.”
- “Je moet ook zelf vertellen over je hartklachten. Ik leerde van een vriendin dat je altijd met zijn tweeën naar een gesprek moet gaan omdat je anders informatie vergeet, twee weten immers meer dan een. Verder leerde ik om mijn vragen van te voren op te schrijven.”