Schoolverzuim

Schoolverzuim

Het aantal uren dat kinderen vanwege bijvoorbeeld ziekte of een bezoek aan de orthodontist niet naar school gaan stapelt zich ‘langzaam’ op. Dat is misschien ook wel de reden dat ouders dit verzuim met een geldige reden, ook wel geoorloofd verzuim, lager inschatten dan de werkelijke verzuimcijfers laten zien. Uit analyse van schoolregistraties blijkt ook dat leerlingen meer verzuimen dan ouders eigenlijk normaal vinden. Dat blijkt uit onderzoek onder het Groninger Panel, dat in juni/juli 2020 is uitgevoerd.

Waarom onderzoek naar geoorloofd verzuim?

Vanaf je 5e tot en met het schooljaar waarin je 16 jaar wordt ben je leerplichtig (leerplichtwet). Jongeren moeten tot hun 18e jaar nog onderwijs volgen als ze geen startkwalificatie hebben gehaald, d.w.z. een diploma op minimaal havo- of mbo-2-niveau. Dit noemen we de kwalificatieplicht. Sommige jongeren gaan niet naar school en zitten thuis, terwijl ze geen vrijstelling van de leerplicht hebben. Dit valt, evenals spijbelen, onder ongeoorloofd verzuim. Over deze vorm van verzuim worden registraties bijgehouden en is al veel onderzoek gedaan. Daarnaast is er geoorloofd verzuim. Een leerling is dan met een geldige reden afwezig van school. Bijvoorbeeld door ziekte, een huwelijk of begrafenis, of een bezoek aan de huisarts of orthodontist. Naar deze vorm van verzuim is nauwelijks onderzoek gedaan.

Zo was er weinig bekend over hoe vaak geoorloofd verzuim voorkomt. Sociaal Planbureau Groningen heeft daarom verzuimregistraties van vo-scholen binnen het Samenwerkingsverband 20.02 Groningen Ommelanden geanalyseerd. Hieruit bleek dat in schooljaar 2017-2018 32% van de leerlingen 64 uur of meer met een geldige reden afwezig was. Voor 15% van de leerlingen geldt dat zij zelfs meer dan 100 uur geoorloofd verzuimden gedurende het schooljaar. Wanneer een leerling veel lessen (moet) missen, kan dat zijn prestaties beïnvloeden, maar ook zijn sociaal-emotionele welbevinden en aansluiting in de klas. Geoorloofd verzuim (zoals opvallend of zorgwekkend ziekteverzuimgedrag) en ongeoorloofd verzuim zoals spijbelen, kunnen voorlopers zijn van thuiszitten en voortijdig schoolverlaten.

Omvang geoorloofd verzuim naar inschatting ouders te rooskleurig

Om meer te weten te komen over hoe ouders omgaan met geoorloofd verzuim heeft Sociaal Planbureau Groningen ouders in het Groninger Panel naar het verzuimgedrag van hun kinderen gevraagd. We vroegen ouders een inschatting te maken van het aantal uren dat hun kind het eerste half jaar afwezig was. Voor een inschatting voor een heel schooljaar hebben we de uren verdubbeld. Figuur 1 laat zien dat geoorloofd verzuim naar inschatting van ouders vaker voorkomt op het voortgezet onderwijs, dan op de basisschool. Zo denkt 16% van de vo-ouders dat hun kind niet geoorloofd verzuimd heeft, tegenover 30% van de basisschoolouders.

13% van de panelleden met kinderen in het voortgezet onderwijs schat dat hun kinderen op schooljaarbasis 64 uur of meer met geldige reden afwezig was. Deze inschatting lijkt te rooskleurig. Analyse van schoolregistraties door Sociaal Planbureau Groningen doet vermoeden dat dit percentage in werkelijkheid veel hoger ligt. Binnen Samenwerkingsverband 20.02 gaat het om 32% van de leerlingen (zie figuur 4).

Ouders hebben een inschatting moeten maken, want zij houden doorgaans het aantal uren dat hun kind met een geldige reden een of meer lessen mist niet bij. Zij zijn zich daarom ook niet altijd bewust van de omvang ervan en dat het een ‘probleem’ kan zijn. En daar ligt gelijk één van de oplossingen om geoorloofd verzuim te verminderen.

Figuur 1.

De redenen voor verzuim kunnen heel verschillend zijn. Zo noemt een enkele ouder ook ‘trekkerles’, ‘scoutingkamp’ en ‘de klimaatstaking’ als reden om niet naar school te gaan. De belangrijkste redenen waarom leerlingen verzuimen, zijn gezondheid gerelateerd. Rond de 80% noemt ziek zijn of een afspraak bij een (huis)arts of specialist (in het ziekenhuis) als voornaamste reden. Andere redenen worden veel minder vaak genoemd, zoals een bezoek aan de orthodontist (9%), vermoeidheid (5%) of een familieaangelegenheid (5%).

Figuur 2.

Eén op de drie ouders (33%) waarvan hun kind 64-100 uren met een geldige reden afwezig was, zegt dit wel veel te vinden. Onder ouders met kinderen die 100 uren of meer geoorloofd verzuimen vindt 65% dat veel.

Ouders van vo-leerlingen zeggen overigens vaker dan basisschoolouders dat 64-100 uren geoorloofd verzuim veel is.

Figuur 3.

De inschatting van verzuimuren kind en wat ouders ‘normaal’ vinden

We hebben ouders gevraagd hoeveel uren geoorloofd verzuim zij in het algemeen normaal vinden. Een overgrote meerderheid (bijna 90%) van de ouders vindt geoorloofd verzuim tot 64 uur nog acceptabel, ongeacht het soort onderwijs dat hun kind geniet.

12% van de basisschoolouders vindt 64 uren of meer afwezigheid met geldige reden ‘normaal’. 7% denkt dat hun kind ook daadwerkelijk zoveel uren geoorloofd afwezig is.

Werkelijke verzuimuren voortgezet onderwijs veel hoger dan inschatting én norm ouders

11% van de ouders van vo-leerlingen vindt 64 uur of meer geoorloofd verzuim “normaal”. 13% schat in dat hun kinderen ook daadwerkelijk zoveel uren verzuimen. Terwijl we uit data-analyse weten dat de werkelijke hoeveelheid op 32% ligt.

Nog geen 1% van de ouders zegt het normaal te vinden om meer dan 100 uur te verzuimen, terwijl 5% inschat dat hun kind zoveel verzuimt. Uit registraties blijkt 15% van de vo-leerlingen meer dan 100 uren in een schooljaar ‘legitiem’ afwezig te zijn.

Ouders van vo-leerlingen schatten het aantal uren geoorloofd verzuim dus niet alleen positiever in dan de werkelijke cijfers laten zien, ook overstijgen de werkelijke cijfers het aantal uren dat zij ‘normaal’ en toelaatbaar vinden.

Figuur 4.

Bijna alle ouders vinden het belangrijk dat hun kind zoveel mogelijk lessen volgt

Bijna alle ouders (95%) vinden het over het algemeen belangrijk dat hun kind zoveel mogelijk lessen bijwoont. Onder ouders van leerlingen in het voortgezet onderwijs is dat aandeel nog hoger (98%).

Figuur 5.

Basisschoolouders noemen dezelfde redenen als ouders van kinderen in het voortgezet onderwijs. Ook hebben ze eenzelfde top- 5-lijst. Wel noemen vo-ouders nog vaker dan basisschoolouders dat het belangrijk is om lessen bij te wonen, zodat kinderen niet ‘achter raken’. Basisschoolouders noemen iets vaker het belang voor de algemene ontwikkeling van hun kind.

Ouders die veel waarde hechten aan het bijwonen van lessen, hebben kinderen die volgens eigen inschatting minder vaak verzuimen én vinden een lager aantal verzuimuren ‘normaal’, dan ouders die het bijwonen van zoveel mogelijk lessen minder belangrijk vinden.

Uitleg wat de consequenties kunnen zijn van gemiste lessen voor het kind zelf, de leerkracht en de klas, zou kunnen helpen om het aantal verzuimuren omlaag te brengen.

Wat vinden ouders goede redenen voor geoorloofd verzuim?

Ouders vinden fysieke problemen zoals een gebroken been (71%) of psychische problemen (66%) het vaakst een goede reden voor geoorloofd verzuim. Een verkoudheid (19%), vermoeidheid (24%) of stress (25%) is voor veel minder ouders reden om thuis te blijven. Bij buik- of hoofdpijn maakt het wel uit hoe intens de klachten zijn. Zoals een ouder aangaf, valt migraine niet met een ‘paracetamolletje’ op te lossen.

De top 10 met beste redenen voor geoorloofd verzuim ziet er voor basisschoolouders hetzelfde uit als voor ouders van kinderen in het voortgezet onderwijs. De verschillende problemen/ongemakken worden door beide groepen ouders ook even vaak genoemd als goede reden om niet naar school te gaan. Er is één uitzondering: ouders van leerlingen in het voortgezet onderwijs vinden gepest worden vaker een geldige reden voor verzuim dan ouders van basisschoolleerlingen.

Figuur 6.

15% vo-ouders meldt kind weleens ziek, terwijl het niet ziek is

We vroegen ouders of zij hun kind weleens ziek melden, terwijl het eigenlijk niet ziek is. Ouders van leerlingen in het vo (15%) geven vaker aan dit weleens te doen dan ouders van basisschoolleerlingen (6%).

Oververmoeidheid belangrijke reden voor ouders om kind ziek te melden en thuis te houden

Als een kind ziek wordt gemeld in het basisonderwijs, terwijl het niet ziek is, heeft dat vaak te maken met vermoeidheid van het kind.

Als reden om een kind ziek te melden in het voortgezet onderwijs, terwijl het niet ziek is, noemen ouders met name oververmoeidheid van kinderen, voorbereiden voor een proefwerk of opdracht die ingeleverd moet worden, of een teveel aan tussenuren.

Ziek melden zodat het kind thuis kan leren voor een toets of een toets niet hoeft te maken, komt op de basisschool niet of nauwelijks voor. In het voortgezet onderwijs gebeurt het vaker; 6% meldt zijn kind wel eens ziek zodat het kan leren voor een toets en 4% zodat het een toets (die dag) niet hoeft te maken.

Eén van de ouders gaf aan: “Ik vind dat je een kind bij moet brengen dat je niet te makkelijk moet kiezen om thuis te blijven. Goed voorbeeld doet hopelijk volgen.”

We vroegen ouders ook of ze zich zelf wel eens ziek melden voor werk/studie, terwijl ze eigenlijk niet echt ziek zijn. 5% van de ouders blijkt dit weleens te doen, 90% doet dit nooit.

Onder ouders die zich zelf weleens ziek melden terwijl ze hadden kunnen werken, komen ziek meldingen van kinderen die eigenlijk niet ziek zijn vaker voor, dan onder ouders die zich niet ziek melden als ze kunnen werken. Of het ‘ziek melden’ van deze ouders een gevolg is van het ‘ziek’ thuis zijn van hun kinderen is niet onderzocht.

Wat doen ouders om hun kind bij twijfel of het ziek is toch naar school te laten gaan?

Het merendeel van de ouders (60%) zegt dat het kind het moet proberen en maakt afspraken met het kind en/of de leerkracht over wat te doen als het niet lukt (bellen, naar huis komen, halen etc.).

Om het kind over de streep te trekken worden afspraken gemaakt over halen en brengen. In het basisonderwijs komt halen vaker voor dan in het voortgezet onderwijs. In het voortgezet onderwijs, kan het helpen het kind naar school te brengen (wat in het basisonderwijs nog vaker de standaard is). Circa 10% van de vo-ouders brengt het kind dan naar school. “Brengen, scheelt 1,5 uur fietstijd per dag, werkt motiverend.”

Zo’n 6% van de ouders zegt dat het kind thuisblijft bij koorts en anders gewoon naar school gaat. 5% van de basisschoolouders en 9% van de vo-ouders geeft het kind een paracetamol (mee).

7% van de ouders gaat het gesprek aan om een goed beeld te krijgen van wat er wel of niet aan de hand is. “Doorvragen en zeggen dat hij/zij het moet proberen. Kind moet wel opstaan en ontbijten. Dan kun je als ouder een betere inschatting van de situatie maken.”

Zo’n 5% probeert het kind te motiveren en stimuleren, bijvoorbeeld door het te brengen/halen, of erop te wijzen dat als ze niet naar school gaan, ze ook niet kunnen sporten of buiten spelen.

“Als je kan gamen dan kun je ook wel naar school en ze willen elke dag wel gamen of ze moeten echt ziek zijn bij ons.”

Figuur 7.

Kwart vo-leerlingen mag van ouders ondanks ziek thuisblijven toch naar sport of sociale activiteit

Mogen kinderen van hun ouders naar sport of sociale activiteiten als het die dag is ziek gemeld op school? 15% van de basisschoolouders en 25% van de ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs laten hun kind soms naar een sport- of sociale activiteit gaan, terwijl het diezelfde dag ziek is geweest.

Merendeel ouders plant zorgafspraken idealiter zoveel mogelijk buiten schooltijden om

Het overgrote deel van de ouders houdt bij het maken van een afspraak bij de dokter, tandarts, orthodontist, fysiotherapeut e.d. rekening met de schooltijden van hun kind. Voor zowel basisschoolouders als vo-ouders schommelt dit aandeel rond de 90%.

Als er een acuut probleem is qua gezondheid, dan gaat dit voor school. Bij geplande afspraken wordt vaker rekening gehouden met schooltijden. Vaak is de agenda van de zorgverlener echter leidend. Orthodontisten (die met name jongeren behandelen) werken onder schooltijd en geven vaak bij voorbaat al aan dat het niet anders kan. Bij een oproep van specialisten in het ziekenhuis wordt de afspraak in eerste instantie zonder overleg met ouders ingepland. Bij lange wachttijden zijn ouders vaak al blij dat er een afspraak staat. Wanneer een afspraak in overleg wordt ingepland, en de situatie niet acuut is, proberen de meeste ouders bij het inplannen van een dokters- of tandartsafspraak er rekening mee te houden.

Voor alleenstaande ouders of ouders die beide werken is de werkagenda leidend bij het maken van een afspraak.

Ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs hebben meer te maken met de orthodontist dan ouders met basisschoolkinderen. Ook is de afstand huis-school groter voor middelbare scholieren, waardoor zij voor een bezoek aan een zorgverlener ook meer lesuren missen.

Ouders noemen verschillende oplossingen om ‘geoorloofd’ verzuim te verminderen

Veel ouders geven aan dat het allereerst de verantwoordelijkheid van de ouders is om verzuim in welke vorm dan ook zoveel mogelijk te beperken.

Daarnaast wordt scholen de volgende suggesties aangedragen:

Informeren en bespreekbaar maken

  • Alle ouders informeren (tijdens ouderavonden/weekbrieven e.d.) over geoorloofd (en ongeoorloofd) verzuim. Wat wordt er onder verstaan, hoe vaak komt het voor en wanneer is geoorloofd verzuim eigenlijk niet geoorloofd. Uitleggen wat de consequenties kunnen zijn van gemiste lessen voor het kind zelf, de leerkracht en de klas, zou kunnen helpen om het aantal verzuimuren omlaag te brengen;

“Het is goed ouders bewust te laten worden wat de afwezigheid met het kind, de klas en de te leren stof doet.”

“Zoek naar intrinsieke motivatie, dit keer bij ouders i.p.v. bij de leerling. Als ouders het belangrijk vinden, zullen ze de leerling stimuleren. Dus wat kan school doen? Informeren, uitleggen, vragen stellen etc. Niet de politiefunctie overnemen.”

  • Vraag bij een ziekmelding goed door wat er aan de hand is;
  • Als een kind meer dagen ziek is, neem contact op als school en vraag hoe het gaat;

“Meer betrokkenheid tonen in de vorm van direct contact na de eerste dag van verzuim.”

  • Registreer als ouders en school de uren geoorloofd verzuim en volg de ontwikkeling;
  • Consequent de regels hanteren wanneer wel en niet sprake is van geoorloofd verzuim. “Daar meer op sturen. Leerkrachten daar ook daadkrachtiger in laten zijn. Nu mogen kinderen een dag eerder vrij als ze bijvoorbeeld een weekend weg gaan. Ze geven geen officiële goedkeuring, maar keuren het ook niet af.”;
  • Maak het een bespreekpunt bij oudergesprekken;
  • Bij signaleren van veel ziekteverzuim eerder hulp aanbieden om het verzuim te verminderen. Bijvoorbeeld door het inschakelen van schoolmaatschappelijk werk. “Afhankelijk van de situatie (pesten, stress bij kinderen) kan de school een rol spelen door proberen de oorzaak te achterhalen van het verzuim.”;

“Aandacht vanuit mentor voor persoonlijke situatie leerling en mogelijke gevolgen hiervan.”

  • Normaliseer dat een kind ook een halve dag kan komen. “Soms zijn kinderen bv in de ochtend ziek (hoofdpijn. buikpijn) en is het na een paar uur weer over.”.

Verbeter lesroosters: minder tussenuren en betere verdeling van huiswerk/toetsen

  • Lesdagen/lesrooster anders inrichten (beter plannen). Lesroosters verbeteren door minder tussenuren, minder uitvaluren en vaste lesroosters in plaats van roosters gedurende het jaar te veranderen (zodat je weet waar je aan toe bent bij het inplannen van afspraken) en huiswerk/toetsen beter verdelen over de lesweken in overleg met collegae. “Betere lesroosters maken. Het is in de bovenbouw gatenkaas.“
  • Aantal snipperdagen toekennen. “Leerlingen snipperuren geven die op eigen verantwoording en na uitdrukkelijke toestemming ouder mogen worden ingezet.”

Creëer een gezonde, veilige en leuke sfeer op school

  • Meer aandacht voor een veilige, gezonde en schone omgeving, met aandacht voor gezondheid, sport en bewegen en voeding. Fruit mee naar school, water drinken.

“Meer mogelijkheid tot bewegen en minder in de schoolbankjes.“

  • Goede sfeer in de klas en op school, leuke lessen, zodat het kind met plezier naar school gaat. “Zorgen voor boeiende lessen, betrokkenheid van leerlingen verhogen.”
  • Werkdruk wegnemen. Minder lange dagen. Kleinere klassen.

 “Door hoge druk en lange dagen, zal er meer vermoeidheid optreden en lagere weerstand waardoor kinderen wellicht vaker ziek zijn.”

 Leer van elkaar

  • Deel de best practices tussen scholen.

Achtergrondinformatie Groninger Panel

Om meer te weten te komen over hoe ouders omgaan met geoorloofd verzuim legde Sociaal Planbureau Groningen ouders in het Groninger Panel een aantal vragen voor. 633 ouders met schoolgaande kinderen in het regulier of speciaal basis-, voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs vulden de vragenlijst in. Dit aantal is voldoende om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. De vragenlijst kon worden ingevuld vanaf half juni tot half juli 2020, dus in de coronaperiode. Om een reëel beeld te krijgen van geoorloofd verzuim vroegen we ouders de vragenlijst in te vullen voor de eerste helft van het schooljaar 2019/2020 (september 2019 tot en met februari 2020, toen kinderen nog normaal naar school konden gaan. Bij meer schoolgaande kinderen, hebben ouders de vragenlijst ingevuld voor het kind dat het meest met een geldige reden afwezig was.

Medewerker

Imke Oosting

Onderzoeker

Delen via social media

Delen via social media

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers

Gerelateerd nieuws

Brede Welvaart

Consultatiedag Kinderrechten in Beweging

Jeugd, Onderwijs en Arbeidsmarkt

Uitkomsten onderzoek jeugdpanel aangeboden aan bestuurders in Groningen en Drenthe

Jeugd, Onderwijs en Arbeidsmarkt

Veel jongeren zien en ervaren discriminatie en pestgedrag en weten niet hoe hiermee om te gaan

Hoe gaan jongeren om met discriminatie en pestgedrag en worden ze hierbij ondersteund? In het voorjaar van 2024 gingen we met jongeren in Groningen en Drenthe in gesprek over pesten en discriminatie. Uit het onderzoek blijkt dat veel jongeren discriminatie en pestgedrag zien of ervaren, maar dat er relatief weinig over wordt gesproken. Veel jongere

Jeugd, Onderwijs en Arbeidsmarkt

Groninger Jeugdpanel: armoede en jongeren

Jongeren uit ons jeugdpanel geven aan dat zij merken dat alles duurder wordt en dat ze zich hier zorgen over maken. Daarom deden we eind 2023 een uitvraag onder het Groninger Jeugdpanel rondom dit thema. In totaal vulden 167 jongeren tussen 12 en 18 jaar oud uit verschillende onderwijsniveaus, jaarlagen en gemeenten een vragenlijst in over armoede

Jeugd, Onderwijs en Arbeidsmarkt

Onderzoek onder noordelijke (beroeps-)bevolking naar Leven Lang Ontwikkelen

Hoe leren inwoners van Noord-Nederland, hoe waarderen ze dat en tegen welke obstakels lopen ze aan? Op 30 januari 2024 presenteerden de bij de Universiteit van het Noorden aangesloten kennisinstellingen een gezamenlijke actieagenda voor een Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Naast de LLO actieagenda presenteerde Arjen Edzes, lector regionale arbeidsmark

Publicaties

Jeugd, Onderwijs en Arbeidsmarkt

Publicatie Jeugdpanel: Pestgedrag en discriminatie

Jeugd, Onderwijs en Arbeidsmarkt

Feitenblad Jeugdpanel: Pestgedrag en discriminatie

Jeugd, Onderwijs en Arbeidsmarkt

Iedereen leert! Monitor Leven Lang Ontwikkelen Noord-Nederland 2023