Cliëntervaringsonderzoek Wmo // Groninger gemeenten
Geschreven op 16 januari 2018
Aanleiding
Op grond van de Wmo 2015 zijn gemeenten verplicht jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit te (doen) voeren. Het onderzoek dient volgens landelijke instructies te worden opgezet en omvat tenminste tien landelijk vastgestelde vragen.
Aanpak
Landelijk is onder meer voorgeschreven dat bij het cliëntervaringsonderzoek een schriftelijke vragenlijst wordt gebruikt en dat het onderzoek zich richt op Wmo-cliënten met een maatwerkvoorziening. Met 17 Groningse gemeenten hebben wij extra vragen aan de vragenlijst toegevoegd, naast de tien verplichte vragen. Deze extra vragen leveren extra inzicht in de cliëntervaringen op en maken het mogelijk aanvullende analyses uit te voeren. (De gemeentelijke schaal is in de meeste gevallen te klein voor dergelijke analyses). Vijf Groningse gemeenten hebben in 2017 aanvullend kwalitatief cliëntervaringsonderzoek laten uitvoeren door het Sociaal Planbureau Groningen.
Inzicht
Heel kort samengevat is de uitkomst van het in 2017 uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek dat bijna vier op de vijf Wmo-cliënten positieve ervaringen hebben met het contact met de gemeente, de kwaliteit van de ondersteuning en het effect van de ondersteuning op hun leven. In vergelijking met een jaar eerder zijn de uitkomsten over de hele linie iets gunstiger. Wat opvalt is dat veel meer Wmo-cliënten zich in 2017 tevreden tonen over het contact met de gemeente en ook over de deskundigheid van de medewerkers en de gekozen oplossing. Alle uitkomsten zijn te vinden op de website www.clientervaringsonderzoek-wmo.nl.
Resultaat
De nadere analyse van de uitkomsten laat zien dat (het risico op) overbelasting van mantelzorgers en de eigen bijdrage die Wmo-cliënten moeten betalen aandachtspunten voor beleid en uitvoering zijn.