Onderzoek geeft inzicht in netwerk vrijwilligersorganisaties Haren
Geschreven op 23 mei 2018
“Opmerkelijk is dat de meeste contacten niet wederzijds zijn.”
In opdracht van welzijnsorganisatie Torion onderzocht Sociaal Planbureau Groningen de samenwerking in het vrijwilligerswerk in de gemeente Haren. Eén van de uitkomsten was dat 70% van de organisaties die meededen aan het onderzoek contact onderhoudt met andere vrijwilligersorganisaties en 30% niet. Organisaties willen via de onderlinge samenwerking vooral meer invloed uitoefenen en elkaars werk aanvullen.
De opdracht voor het onderzoek kwam van het Steunpunt Vrijwilligerswerk van Torion. Het Steunpunt constateerde dat een kern van vrijwilligersorganisaties actief betrokken is bij het plaatselijke netwerk, maar dat veel organisaties op afstand van dat netwerk blijven en niet deelnemen aan de bijeenkomsten die Torion organiseert. Het onderzoek was erop gericht de huidige onderlinge contacten van de vrijwilligersorganisaties te analyseren en meer zicht te krijgen op de behoefte aan contact en samenwerking. Het onderzoek is uitgevoerd via een digitale en telefonische enquête. Er zijn 57 vrijwilligersorganisaties benaderd; 43 hebben meegewerkt, vooral uit de sectoren wijk/buurt, welzijn, dieren & natuur en cultuur.
Analyse van het netwerk
De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn weergegeven in een groot netwerkdiagram. Van elk van de 43 organisaties die meededen aan het onderzoek is hierin te zien tot welke sector ze behoren (kleur), met welke organisaties ze contacten hebben (pijlen), hoe intensief de contacten zijn (dikte pijl) en wat het belangrijkste doel van het contact is (symbool). Figuur 1 biedt een uitsnede van het netwerkdiagram. Deze uitsnede is toegespitst op organisaties in de sectoren dieren & natuur (groene cirkels). Twee van deze organisaties werken samen met één organisaties in de sector welzijn (blauwe cirkel). Opmerkelijk is dat de meeste contacten niet wederzijds zijn. (Pijl wijst in één richting). Dit blijkt ook bij de andere organisaties uit het onderzoek vaak het geval. Hoe dat komt is niet duidelijk. Mogelijk heeft het te maken met het feit dat de contacten voornamelijk plaatsvinden via mail of individuele afspraken en daardoor niet altijd op het netvlies zijn bij allen die namens de organisatie spreken of schrijven.
Figuur 1: uitsnede netwerkdiagram
Andere inzichten
In het onderzoek is ook gevraagd wat de deelnemende organisaties willen bereiken met onderlinge contacten en of ze tevreden zijn met die contacten. Verder waren er vragen over de behoefte aan méér samenwerking en over de rol van het Steunpunt Vrijwilligerswerk. De resultaten van het onderzoek geven een divers beeld, zowel van de bestaande samenwerkingen als van de behoeften. Een deel van de organisaties werkt naar tevredenheid samen en plukt daar ook de vruchten van. Maar er zijn ook organisaties die niet tevreden zijn, organisaties die geen behoefte aan samenwerking hebben en organisaties die niet weten of verdere contacten voor hen gewenst zijn. Als voornaamste rol voor Torion bij dit alles komt naar voren: het met elkaar in contact brengen van organisaties (waar dat waardevol is voor die organisaties) en het organiseren van bijeenkomsten over gezamenlijke onderwerpen. Verder zijn diverse andere voorstellen gedaan voor de mogelijke bijdrage van het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Torion kan met deze informatie verdere analyseren hoe zij haar ondersteunende rol kan laten aansluiten bij de behoeften en ideeën in het werkveld.