Corona en Jeugd
De jeugd is een bijzondere doelgroep in deze tijd. Ze lijken minder vatbaar te zijn voor het virus en het virus ook minder snel te verspreiden. Met de huidige versoepeling van de coronamaatregelen, komt er weer wat lucht in onze samenleving. De behoefte hieraan is bij mensen groot, vooral bij kinderen en jongeren. Tot twee maanden geleden groeiden zij immers op in een samenleving waarin bijna alles kon. Ineens verkleinde hun fysieke leefwereld en werden zij geconfronteerd met een samenleving waarin niemand weet hoe ons land er de komende tijd precies uit gaat zien. Voor de jeugd heeft deze periode zeker ook keerzijden gehad, kinderen konden niet meer naar school als ‘uitvlucht’ voor huiselijk geweld, onderwijsachterstanden lopen op, opa’s en oma’s zijn verder weg dan ooit, en de kansen op werk en inkomen verkleinden.
Deze pagina biedt speciale aandacht voor de gevolgen van coronamaatregelen op de jeugd in onze provincie.
Angst om anderen te besmetten
Omdat het virus er nog steeds is, geldt ook voor jongeren vanaf 13 jaar nog altijd: anderhalve meter afstand houden. De kans dat een kind van 12 jaar of jonger het coronavirus doorgeeft is héél klein. De kans dat iemand vanaf 13 jaar het virus doorgeeft, is iets groter.
Uit het Groninger panel blijkt dat de angst om anderen te besmetten met het coronavirus het sterkst aanwezig is bij jongvolwassenen. 62% van hen is bang om anderen te besmetten. Bij de 65-plussers ligt dit percentage een stuk lager op 28%. Dit lijkt niet verklaard te worden doordat ouderen gemakkelijker thuisblijven, doordat ze niet meer werken. Ook wanneer alleen mensen met een inkomen uit werk worden meegenomen is de angst om anderen te besmetten een stuk minder vaak aanwezig bij de oudere leeftijdsgroepen. Jongvolwassenen hebben daarentegen wel het minst vaak angst om zelf besmet te raken (43%), al verschilt dit percentage minder van dat van de 65-plussers (52%) dan men misschien zou verwachten op basis van het verschil in risico voor de twee leeftijdsgroepen.
De angst om anderen te besmetten lijkt ook van invloed te zijn op het gedrag van jongvolwassenen. 60% van hen geeft aan geen gebruik te maken van voorzieningen die wel beschikbaar zijn. Ter vergelijking: bij de 65-plussers is dit 48%. Of dit gedrag stand heeft gehouden en zal houden, na versoepeling van de maatregelen en nu het langer duurt, zal uit later onderzoek moeten blijken.
Forse toename jongeren met een WW-uitkering
Landelijk steeg het aantal nieuwe WW-uitkeringen met 74.000. Dat is fors meer dan in maart, toen er 38.000 nieuwe uitkeringen bijkwamen. In alle sectoren en onder alle leeftijdsgroepen neemt de WW toe. Bij jongeren tussen de 15 en 25 jaar is de toename het grootst. In deze groep nam het gemiddeld aantal nieuwe WW-uitkeringen per week toe van 1.900 in maart naar 3.300 in april, een stijging van 75 procent.
In de provincie Groningen lag het totaal aantal aanvragen voor een WW-uitkering bij jongeren tussen 15 en 25 jaar in de eerste twee maanden van dit jaar net onder de 500. Dat is ongeveer op hetzelfde niveau als begin 2019. In maart en april groeide het aantal nieuwe aanvragen door de coronamaatregelen. In maart waren er in totaal 716 ww-uitkeringen, waarvan 340 nieuwe aanvragen waren. In april waren er zelfs 672 nieuwe aanvragen, waardoor het totaal aantal uitkeringen in april groeide tot 1226. Dat is bijna drie keer zoveel als in april 2019 (441). Veel jongeren moesten hun werk plotseling neerleggen. Zij werkten vooral in de dienstensector.
Effecten op werk en inkomen volgens jongeren
Door de versoepelingen van de maatregelen zijn winkels en restaurants weer open. We kunnen hierdoor een kleine daling van de curve verwachten. Het is hierbij echter wel de vraag of het aantal jongeren met een WW-uitkering uiteindelijk weer daalt tot het niveau van voor de coronamaatregelen. Vooral ook omdat de maand september er nog aan komt. Dit is de maand waarin studenten vaak afstuderen en er nog meer jongeren op de arbeidsmarkt komen.
In april vroeg Sociaal Planbureau Groningen naar de effecten van corona op deelnemers van het Groninger Panel. Binnen het Groninger panel waren er ruim 140 jongeren van 18 – 27 jaar, waarmee we toch iets kunnen zeggen over de effecten op werk en inkomen volgens jongeren zelf. Van alle respondenten tussen de 18 en 27 jaar gaf 42% aan dat loondienst (48%) en een studenteninkomen (bv. studiefinanciering, bijbaan) de belangrijkste bron van inkomsten is. Op korte termijn maakten zij zich in april nog geen grote zorgen over hun inkomen. De studiefinanciering ging door en de meeste respondenten hadden nog werk, dus inkomsten. 49% van de jongeren tussen de 18 en 27 jaar gaf bovendien aan dat ze minder uitgaven hadden dan anders. Toch was er een groep van 17% die zich meer zorgen maakten over hun financiële situatie dan anders. Daarnaast verwachten meer jongeren (7%) grotere schulden te krijgen dan de 28-jarigen en ouder (4%). Op lange termijn lijkt het echter wel dat jongeren zich zorgen over hun werk en inkomen in de toekomst.
“Niet kunnen afstuderen, niet kunnen werken –> gevolg meer lenen, meer collegegeld betalen en het inkomen missen wat ik anders had gehad als ik klaar was.”
“Zeer slecht perspectief voor afgestudeerden op de arbeidsmarkt”
– respondenten over negatieve uitkomsten van inkomen tijdens corona
Studenten over hun toekomst
In de panels gaven jongeren aan dat ze bang zijn om studievertraging op te lopen, omdat stages, tentamens of afstudeeronderzoeken niet volgens de gewenste planning door kunnen gaan. Dit kan ertoe leiden dat studenten meer moeten lenen en daarom meer schulden oplopen. Bovendien maken ze zich zorgen over hun kansen op de arbeidsmarkt. Een diploma zonder hiervoor een examen gemaakt te hebben of een stage gevolgd te hebben, zou hun kans op een baan kunnen verkleinen. Vooral omdat de economie al gespannen is met veel jongeren die ineens een WW-uitkering hebben. Maar ook jongeren die nog wel een baan hebben, zijn onzeker over hun toekomst. Zij verwachten minder kans te hebben op een vast contract en hebben het gevoel te stagneren in hun werk. Gemeenten staan voor de uitdaging om jongeren een goede start te geven op de arbeidsmarkt. De huidige situatie vraagt misschien om nieuwe oplossingsrichtingen.