Arbeid en vrije tijd

Arbeid en vrije tijd

Als meer mensen werken kan dat tot economische groei leiden. Vooral in een context van ontgroening en vergrijzing is het belangrijk om publieke voorzieningen, zoals zorg, onderwijs en sociale zekerheid te behouden. Een goede aansluiting tussen de regionale arbeidsmarkt en het onderwijs is essentieel voor een sterke en vitale economie.

Op persoonlijk niveau hangt brede welvaart voor veel mensen sterk af van het hebben van passend en betaald werk. Het is belangrijk dat werk en vrije tijd goed in balans zijn voor een goede kwaliteit van leven. Voor Groningers zelf draagt het hebben van een baan en zekerheid van inkomen bij aan sociale contacten en een gevoel van eigenwaarde, wat de gezondheid en het welzijn van mensen versterkt.

Laatst bijgewerkt op: 23 juli 2025

In het kort

  • In 2023 was de nettoarbeidsparticipatie in Groningen 70,6%. Dit is lager dan het landelijk niveau.
  • De werkgelegenheid in Groningen nam in totaal met 8,5% toe in de periode 2019-2023.
  • De zorgsector is de grootste sector in Groningen, met één op de vijf banen. Andere belangrijke sectoren zijn de handel en de zakelijke dienstverlening.
  • Het werkloosheidspercentage daalde sinds 2015 in Groningen. In 2023 bleef de werkloosheid in Groningen gelijk (4,0%). Er is wel een relatief hoge jeugdwerkloosheid.
  • Ruim vier van de tien Groningers geeft aan (zeer) tevreden te zijn met de werkgelegenheid in de regio.

Arbeidsparticipatie in Groningen lager dan landelijk

De arbeidsparticipatie geeft aan welk deel van de beroepsbevolking op de arbeidsmarkt actief is. Bij de nettoarbeidsparticipatie kijken we alleen naar werkenden. Een hogere mate van arbeidsparticipatie draagt niet alleen bij aan de economische welvaart van de provincie, maar ook aan het in stand houden van de sociale voorzieningen.

Landelijk is de nettoarbeidsparticipatie 73,1%. In de afgelopen jaren werd het verschil steeds kleiner, maar afgelopen jaar bleef de participatie in Groningen nagenoeg gelijk (+0,2 procentpunt), terwijl de participatie landelijk steeg (+0,9 procentpunt). Door een afnemende werkloosheid nam de nettoarbeidsparticipatie de afgelopen jaren toe, van 64,1% in 2013 tot 70,6% in 2023.

De gemeenten in Groningen volgen over het geheel genomen de stijgende landelijke trend. De mate van groei varieert; vooral de Oost-Groningse gemeenten blijven achter in niveau. De arbeidsparticipatie is het laagst in de gemeente Westerwolde (66%). Westerwolde zag bovendien slechts een kleine stijging in het afgelopen jaar, waardoor het gat met de rest van de provincie groter werd. Ook Eemsdelta groeide minder sterk dan de rest (+0,1 procentpunt), waardoor ook voor deze gemeente het gat met het landelijk gemiddelde groter werd.

Minder sterke groei van hoeveelheid banen afgelopen jaar

Om de werkgelegenheid in kaart te brengen kijken we naar het aantal banen – inclusief uitzendkrachten – en kijken we naar de sectoren die werkgelegenheid bieden.

In 2023 waren er in Groningen bijna 318.000 banen. Dit beslaat ongeveer 36% van de totale werkgelegenheid in de drie noordelijke provincies (zo’n 885.000 arbeidsplaatsen). De werkgelegenheid nam in de periode 2019-2023 toe met 8,5%.

De gemeente Groningen kent duidelijk de hoogste concentratie banen binnen de provincie (913 banen per 1.000 inwoners). De andere gemeenten variëren tussen de 624 tot 505 banen per 1.000 inwoners, met de gemeente Pekela als uitzondering (325 banen per 1.000 inwoners).

De jaar-op-jaargroei in werkgelegenheid was ook het hoogst in de gemeente Groningen (+3,5% in 2023 t.o.v. 2022). De regionale verschillen zijn groot. De minste groei was in Eemsdelta (+0,05%) en in Oldambt (+0,19%). Kijken we naar de periode 2019-2023, dan zien we dat de gemeente Groningen groeide met 12% en dat de gemeenten Het Hogeland en Westerwolde groeiden met bijna 10%. Ook valt op dat in dezelfde periode de gemeente Stadskanaal kromp met 1,2%.

Zorg blijft de grootste sector

Eén op de vijf banen in Groningen is een baan in de zorg. De zorgsector groeide in absolute zin met 1.050 banen in het afgelopen jaar, wat neerkomt op een groei van 1,7%. Landelijk groeide de zorgsector 2,8%. Groningers werken ook veel in de handel (15%) en de zakelijke dienstverlening (14%). Deze verdeling is al jaren gelijk.

In vergelijking met Nederland is vooral het aandeel banen in de zorg groot en het aantal banen in de zakelijke dienstverlening en onderwijs wat kleiner. De laatste jaren steeg de werkgelegenheid in de meeste sectoren. De nutsbedrijven, bouw, overheid en overige dienstverlening waren in de periode 2019-2023 de grootste stijgers. Alleen de industriesector daalde in de periode 2019-2023 qua werkgelegenheid. De industrie heeft een relatief hoge toegevoegde waarde per baan, waardoor een krimp in deze industrie een ongunstig effect heeft op het bbp.

Krapte in zorg

De zorg heeft te maken met een dubbele vergrijzing. Naast de vergrijzing van het personeelsbestand, waardoor er op korte termijn rekening gehouden moet worden met een hoge uitstroom van personeel, is er sprake van een vergrijzende bevolking die de vraag naar zorg doet stijgen. Ook neemt het aanbod van zorgpersoneel af. Deze combinatie kan de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg in gevaar brengen.

Ook door economische groei en een kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt staat de zorgsector onder druk. In heel Nederland is de beschikbaarheid van zorgpersoneel slecht of zeer slecht. We zien dat de krapte in de zorg in Noord-Nederland nu nog minder groot is dan de rest van het land (uitgezonderd regio Oost, waar de beschikbaarheid van personeel voldoende is). De uitstroom van zorgpersoneel is echter zorgelijk, zeker op de langere termijn. Het saldo van instroom en uitstroom is op dit moment nog positief, maar de verwachting is dat de uitstroom sterk toeneemt.

Nieuwe bedrijven starten vooral in de gemeente Groningen

Nieuwe bedrijven creëren werkgelegenheid, zowel direct als indirect. Nieuwkomers brengen nieuwe banen met zich mee, maar beïnvloeden ook bestaande bedrijven. Door innovatie en concurrentie ontstaat een nieuwe dynamiek, wat op termijn tot meer werkgelegenheid kan leiden.

In de periode 2019-2023 steeg het aantal oprichtingen van nieuwe bedrijven met bijna 40 procent. Landelijk was de groei in deze periode 5 procentpunt lager (34,4%). Het niveau is echter een stuk lager, met 15,2 oprichtingen per 1.000 inwoners in Groningen en 19,4 landelijk.

Binnen de provincie zien we grote verschillen. De meeste nieuwe oprichtingen zien we in de gemeente Groningen. Die zit met 19,2 oprichtingen vrij dicht bij het landelijk gemiddelde. In Pekela is het bijna de helft minder (10 per 1.000). In alle gemeenten steeg het aandeel nieuwe bedrijven in de afgelopen vijf jaar.

Het gat met landelijke werkloosheid wordt langzaam gedicht

Het werkloosheidspercentage daalde sinds 2015 in Groningen. Sinds 2015 was de provinciale trend bijna gelijk aan de landelijke dalende trend. Die laatste zwakte echter af in 2019, terwijl de dalende trend in Groningen doorzette. In het afgelopen jaar stopte de daling en bleef de werkloosheid in Groningen gelijk (4,0%). Landelijk steeg de werkloosheid marginaal (van 3,5% naar 3,6%), waardoor het verschil iets kleiner geworden. De provincie volgt dus de landelijke trend, maar blijft in niveau achter bij het landelijk gemiddelde. Het werkloosheidspercentage in de gemeente Groningen is met 4,8% duidelijk het hoogste in de provincie. Dit heeft een directe relatie met het hoge aantal studenten. Eemsdelta ligt met 3,7% ook boven het landelijke gemiddelde in 2023. Westerkwartier heeft het laagste percentage, namelijk 2,9%. Het Hogeland volgt met 3,1%. De relatief hoge werkloosheid in vooral de Oost-Groningse gemeenten komt deels door een groot aantal kwetsbare groepen die daar wonen. Deze groepen hebben vaak een grotere afstand tot de arbeidsmarkt.

Grote regionale verschillen in jeugdwerkloosheid

Voor de jeugdwerkloosheid gebruiken we het aandeel niet-werkzame jongeren onder de 27 jaar dat bij het UWV is geregistreerd als werkzoekende.

De jeugdwerkloosheid in de provincie varieert van 3,1% in Westerwolde – als enige onder het landelijk gemiddelde – tot 7,3% in Stadskanaal. De gemeenten Groningen en Het Hogeland zitten dicht bij het landelijk gemiddelde. De overige gemeenten hebben een hogere jeugdwerkloosheid dan landelijk.

De werkloosheid onder jongeren is vaak veel hoger dan de algemene werkloosheid. De verschillen binnen de provincie zijn ook groter en duidelijker zichtbaar dan bij de algemene werkloosheid. De stedelijke gemeenten vallen in negatieve zin op. Een mogelijke (deel)verklaring vinden we in het opleidingstype, dat sterk varieert binnen de provincie. Jongeren zonder startkwalificatie (dat wil zeggen zonder een diploma op havo-, vwo- of mbo-2-niveau) zijn vaker werkloos. Voor de gemeenten in Oost-Groningen is het van extra belang om deze groep in de gaten te houden.

 

Tevredenheid met werkgelegenheid in de regio blijft stijgen

De arbeidsmarkt in Groningen blijft objectief gezien achter bij landelijk. De participatie op de arbeidsmarkt is lager en de werkloosheid hoger. De arbeidsparticipatie in de provincie groeit wel, maar niet zo snel en op een lager niveau dan in de rest van Nederland. Toch geeft ruim vier op de tien leden van het Groninger Panel aan (zeer) tevreden te zijn met het aanbod van werk in de regio.

Inwoners van de gemeente Westerkwartier zijn veruit het meest positief over de hoeveelheid beschikbaar werk in hun regio (63% is [zeer] tevreden). Het minst tevreden zijn inwoners in de gemeenten in Oost-Groningen: in de gemeente Westerwolde is bijvoorbeeld 27% (zeer) tevreden.

Interessant is dat de tevredenheid met de beschikbaarheid van werk voor zichzelf vele malen hoger ligt én veel minder verschil toont tussen de gemeenten. Waar de algemene tevredenheid met werk in de regio varieert van 27% tot 63% en de ontevredenheid van 10% tot 31%, zijn de verschillen voor werk vanuit een persoonlijke blik kleiner: van 44% tevreden in de gemeente Westerwolde tot 64% tevreden in de gemeente Westerkwartier. Ook de ontevredenheid over de beschikbaarheid van werk voor zichzelf is lager: van 8% ontevreden in de gemeente Oldambt tot 18% in de gemeenten Groningen en Westerwolde.

Groningers ook tevreden met eigen werk of andere dagelijkse bezigheden

Ook vroegen we het Groninger Panel een rapportcijfer te geven voor de tevredenheid met het eigen werk of andere dagelijkse bezigheden. Groningers geven hiervoor gemiddeld een 7,7. De tevredenheid met de dagelijkse bezigheden loopt op met leeftijd: 18 tot en met 34 jarigen (7,1) zijn bijvoorbeeld minder tevreden dan Groningers van 65 jaar (7,9), die het meest tevreden zijn. We zien geen verschillen tussen mannen en vrouwen of tussen stad en platteland, en de verschillen tussen inkomensgroepen zijn ook klein.

Daarnaast zijn Groningers ook zeer tevreden met hun hoeveelheid vrije tijd; zij geven hiervoor een gemiddeld rapportcijfer van een 8,1. Ook hier zien we dat door 65-plussers en gepensioneerden de hoogste cijfers worden gegeven. Studenten en jongvolwassenen geven de laagste cijfers voor de hoeveelheid vrije tijd (7,0 en 6,9 respectievelijk). Naast gepensioneerden zijn mensen die vrijwilligerswerk doen als voornaamste bezigheid het meest tevreden (8,5). Groningers in stedelijke kernen zijn met een 8,2 iets tevredener met hun hoeveelheid vrije tijd dan Groningers op het platteland (8,0).

Stabiele stijging qua Groningers met startkwalificatie

76,2% van de beroepsbevolking in de provincie Groningen heeft in 2023 een startkwalificatie, ten opzichte van 73,6% landelijk. Het aantal mensen met een startkwalificatie in de provincie is, in lijn met de landelijke trend, toegenomen in de afgelopen jaren.

Een startkwalificatie is het minimale onderwijsniveau dat iemand nodig heeft om een goede kans te maken op de arbeidsmarkt of om door te stromen naar vervolgonderwijs. Een startkwalificatie is vastgesteld op een afgeronde havo- of vwo-opleiding of een basisberoepsopleiding (mbo-niveau 2). Met de huidige krapte op de arbeidsmarkt komen er ook meer mogelijkheden voor wie een grotere afstand heeft tot de arbeidsmarkt. Werkgevers kijken met een bredere blik, door bijvoorbeeld naar competenties te vragen in plaats van naar een specifieke opleiding.

Groningers zijn tevreden met opleidingskansen

Groningers geven de tevredenheid met hun opleidingskansen gemiddeld een 7,7. Voor wie een uitkering ontvangt is de tevredenheid met een 6,4 het laagst. Wie op het moment van uitvragen onderwijs volgt of studeert geeft een 8,0 en is gemiddeld het meest tevreden met de opleidingskansen tot nu toe.

Laaggeletterdheid

Er is steeds meer aandacht voor de rol die basisvaardigheden spelen in de zelfredzaamheid van inwoners. Laaggeletterden hebben moeite met lezen, schrijven, rekenen en het werken met de computer. Laaggeletterden hebben vaker schulden of geldproblemen, ze hebben ook vaker moeite met het vinden van werk en voelen zich vaker minder gezond.

Cijfers over laaggeletterdheid komen niet met regelmaat beschikbaar; het is een moeilijk te meten indicator. In 2020 was in de arbeidsmarktregio Groningen naar schatting 11% van alle inwoners laaggeletterd, wat ongeveer gelijk is aan het landelijke gemiddelde van 12%. Het aandeel laaggeletterden varieert echter sterk per gemeente: van 6% in de gemeente Westerkwartier tot 19% in de gemeenten Eemsdelta, Pekela en Veendam.

Meer informatie en inzichten

Meer weten over Arbeid en vrije tijd in de provincie Groningen? Bekijk of download de Monitor Brede Welvaart Groningen 2024 voor meer informatie en inzichten, zoals bijvoorbeeld de uitdagingen met betrekking tot het versterken van de brede welvaart in Groningen.

Verantwoording indicatoren

De Regionale Monitor Brede Welvaart van het CBS meet het thema ‘arbeid en vrije tijd’ aan de hand van zes indicatoren, namelijk netto- en brutoarbeidsparticipatie, hoogopgeleide bevolking, werkloosheid, vacaturegraad en de tevredenheid met reistijd van en naar het werk.

De indicatoren worden aangevuld met economische structuur van de regio, zoals banen en werkgelegenheid per sector en de gemiddelde woon-werkafstand. Daarnaast zoomen we in op de regionale jeugdwerkloosheid en laaggeletterdheid. Het Groninger Panel biedt aanvullende inzichten over tevredenheid met de beschikbaarheid van werk in de regio vanuit het inwonersperspectief.

Medewerker

Heike Delfmann

Onderzoeker

Delen via social media

Delen via social media

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers

Gerelateerd nieuws

Groninger Jeugdpanel

Terugblik bijeenkomst ‘Oog voor de mentale gezondheid van jongeren’

Aardbevingen

Aardbevingsschade laat sporen na bij Groningse jongeren

Overig nieuws

Dorpsloket Middelstum blijkt onmisbare schakel in zorgzame dorpsgemeenschap

Het dorpsloket in Middelstum, onderdeel van Dorpscoöperatie MiddelSoam, blijkt van grote betekenis voor inwoners, vrijwilligers én de leefbaarheid van het dorp. Dat blijkt uit een maatschappelijke-waardeanalyse van Sociaal Planbureau Groningen. Bekijk het rapport over de maatschappelijke waarde van dorpsloket Middelstum Het onderzoek laat z

Jeugd, Onderwijs en Arbeidsmarkt

Van deelname tot zeggenschap: hoe gemeenten jeugdparticipatie vormgeven

In Nederland hebben jongeren het recht om mee te praten over beleid dat hen aangaat, zoals vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag. Toch blijkt dit in de praktijk vaak onvoldoende gerealiseerd. Sociologie-student Vera Eisen onderzocht tijdens haar afstudeerstage de vraag hoe gemeenten in Groningen en Drenthe vormgeven aan jeugdparticipatie en wel

Brede Welvaart

Wat merken inwoners van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit in hun omgeving?

Nieuw onderzoek van Sociaal Planbureau Groningen en Trendbureau Drenthe brengt signalen van ondermijning en criminele uitbuiting in kaart. Georganiseerde en ondermijnende criminaliteit is niet altijd zichtbaar, maar de gevolgen ervan kunnen groot zijn. Denk aan drugscriminaliteit, mensenhandel, witwassen of criminele uitbuiting van jongeren. In Gro

Publicaties

Brede Welvaart

Maatschappelijke waarde - Dorpsloket Middelstum

Jeugd, Onderwijs en Arbeidsmarkt

Groninger Jeugdpanel - Omgaan met geld

Brede Welvaart

Vrijwilligerswerk in Groningen - Als iedereen iets doet, ziet de wereld er mooier uit