Langer zelfstandig wonen ouderen: contacten in de buurt belangrijk
Geschreven op 8 februari 2018
“Het thema langer zelfstandig wonen en de rol van het sociale netwerk is in Groningen urgenter dan elders.”
Het rijksbeleid is erop gericht om mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen. De Rijksbouwmeester maakte begin februari 2018 duidelijk dat onze woonwijken hier nog lang niet op berekend zijn. Naast de geschiktheid van de woning gaf hij aan dat het sociale element, de ontmoeting in de buurt en wijk, belangrijk is om het lang zelfstandig wonen tot een succes te maken. Dat een groot sociaal netwerk bijdraagt aan langer zelfstandig wonen blijkt ook uit een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (2018). In de provincie Groningen is de vergrijzing sterker dan in de rest van het land, vooral in gebieden met bevolkingskrimp. In 2017 waren er bijna 110.000 Groningers ouder dan 65 jaar, ongeveer 19% van de bevolking. Het thema langer zelfstandig wonen en de rol van het sociale netwerk is daarom urgenter dan elders.
In 2016 hebben we het Groninger Panel gevraagd naar de mogelijkheden om langer zelfstandig in hun woning te kunnen blijven wonen. In bovenstaand figuur zie je de resultaten. Ongeveer één op de vijf Groningers (21%) is ontevreden over de mogelijkheid om lang zelfstandig in de woning te kunnen blijven wonen. Of zij hier positief instaan, hangt af van de sociale aspecten in de buurt. Groningers zijn namelijk vaker ontevreden over de mogelijkheden om lang zelfstandig in hun woning te blijven wonen in buurten waar zij minder saamhorigheid en gezelligheid voelen (32%). Dat is bijna één op de drie. Ook zijn ze vaker ontevreden over de mogelijk tot lang zelfstandig wonen in buurten waar ze zich wel eens eenzaam voelen (29%).
Sociale netwerken cruciaal
De discussie over langer zelfstandig wonen zal zich dus ook absoluut moeten richten op het sociale aspect in buurten, wijken en dorpen. Denk aan het investeren in de netwerken rond ouderen, wat soms lastig is, omdat mensen vaak aangeven niet geneigd te zijn om de buren om hulp te vragen. Daarnaast is het ook lastig om hulp aan te bieden als je elkaar niet (goed) kent. Dit wordt eenvoudiger als mensen elkaar beter kennen. Inzetten op elkaar ontmoeten kan dan ook kleinschalig georganiseerd worden. Denk bijvoorbeeld aan samen wandelen en met elkaar koffiedrinken. Het is soms nodig dat het welzijnswerk helpt om mensen in contact te brengen en de netwerkjes te starten. Als ze er eenmaal zijn is het voor inwoners makkelijker ze in stand te houden.