Armoedemonitor Groningen geüpdatet
Geschreven op 16 mei 2025
“Het aandeel huishoudens met een inkomen tot het sociaal minimum wordt minder sterk beïnvloed door de inkomensondersteunende maatregelen. Deze grens geeft daardoor een realistischer beeld van het aandeel huishoudens met een laag inkomen.”
De cijfers in de Armoedemonitor zijn vernieuwd op basis van de meest recente cijfers van het CBS (2023). Ook dit jaar hadden de energietoeslag en andere vormen van inkomensondersteuning veel invloed op het aandeel huishoudens met een inkomen tot aan de lage-inkomensgrens.
Bekijk de Armoedemonitor provincie Groningen
Net als in 2022 zorgden toeslagen ervoor dat de inkomens van een groot aantal huishoudens met een laag inkomen net boven de lage-inkomensgrens kwamen te liggen. Daardoor lijkt het aandeel huishoudens met een laag inkomen sterk afgenomen. Bij andere inkomensgrenzen zien we deze sterke afname niet. Daarom laten we ook dit jaar in de Armoedemonitor het sociaal minimum zien.
Het sociaal minimum is het minimale bedrag dat een huishouden nodig heeft om rond te komen. De overheid stelt hiervoor ieder jaar een normbedrag. Het aandeel huishoudens met een inkomen tot het sociaal minimum wordt minder sterk beïnvloed door de inkomensondersteunende maatregelen. Deze grens geeft daardoor een realistischer beeld van het aandeel huishoudens met een laag inkomen.
Nieuwe armoedegrens
Het CBS en het Sociaal en Cultureel Planbureau ontwikkelden in samenwerking met het Nibud een nieuwe armoedegrens. Hierin wordt niet alleen gekeken naar minimumvoorbeeldbegrotingen, er wordt ook rekening gehouden met de daadwerkelijke vaste lasten (zoals boodschappen, woon- en energiekosten) en het vermogen van een huishouden. De cijfers op basis van deze nieuwe grens presenteren we op de pagina Inkomensgrenzen.
Ook op basis van de nieuwe armoedegrens wordt er een afname van het aandeel inwoners in armoede geconstateerd. Als we echter kijken naar de armoedebeleving (bijvoorbeeld de cijfers over moeite met rondkomen van de GGD) en de hulpvragen aan organisaties als Kinderhulp en het Armoedefonds, zien we juist een toename. Dit toont aan dat een brede blik op armoede nodig blijft, die verder gaat dan alleen (de verhouding tussen) het inkomen en de uitgaven.
Naar aanleiding van deze constateringen werkt Sociaal Planbureau Groningen aan een overzicht van de verschillen tussen de beschikbare inkomensgrenzen en een advies aan gemeenten over het gebruik ervan.