Wensen en behoeften voor langer thuis wonen in Groningen
Geschreven op 18 juli 2022
“Het aantal ouderen in de provincie Groningen neemt toe, het overgrote deel van deze ouderen wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen.”
Het aantal ouderen in de provincie Groningen neemt toe, het overgrote deel van deze ouderen wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Echter, het merendeel van de ouderen denkt (nog) niet aan de aanpassingen die hiervoor nodig zijn. Dit blijkt uit onderzoek dat Sociaal Planbureau Groningen deed onder ruim 1.800 Groningse inwoners over hun woonwensen. De uitkomsten van dit onderzoek bieden handvatten voor het woonzorgbeleid van gemeenten.
Vergrijzing leidt tot woon-zorg vraagstukken
Het aantal ouderen in Groningen neemt in rap tempo toe. Het aantal 80-plussers verdubbelt van 27 duizend in 2018 tot bijna 54 duizend in 2040. Deze vergrijzing de komende jaren gaat niet alleen gepaard met een hogere druk op de – informele en formele -zorg [1], maar heeft ook tot gevolg dat we goed moeten nadenken over de opgaves die dit met zich meebrengt op het gebied van wonen en zorg in de provincie Groningen. De wens van ouderen is namelijk om zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen woning te blijven wonen. 90% van de Groningers geeft aan het hiermee eens te zijn. Echter blijkt dat slechts 16% van de ouderen in Groningen in 2020 woont in een woning die geschikt is voor het langer thuis blijven wonen. [2].
Ouderen zijn zich beperkt bewust van toekomstige zorgvraag
Het Rijk wil dat gemeenten ouderen gaan helpen om ‘geschikt’ te wonen. Het aanpassen van woningen blijkt hiervoor een goede oplossing te zijn. Ondanks dat veel ouderenhuishoudens op dit moment wonen in een woning die niet geschikt is, is naar schatting 73% van de woningen van Groningse ouderen geschikt te maken [2]. Een belangrijk knelpunt hierbij is dat mensen zich niet/beperkt bewust zijn van de toekomstige zorgvraag waar zij mee te maken (kunnen) krijgen. Over alle leeftijdsgroepen heen heeft ongeveer de helft (51%) van de Groningers wel eens nagedacht over aanpassingen in de woning om deze geschikt te maken bij een verslechterde gezondheid. Hierin is wel een stijgende lijn te zien naarmate mensen ouder worden (17% van de 18- tot 34-jarigen, 64% van de 65- tot 74-jarigen). Alleen de oudste leeftijdscategorie vormt hier een uitzondering op, hiervan geeft 56% aan hier wel eens over te hebben nagedacht.
Aanpassingen kosten geld, maar leveren ook veel op
Als mensen zich wel bewust zijn van het feit dat zij hun woning moeten aanpassen spelen er nog een aantal financiële aspecten een rol die belemmerend kunnen werken. Zo is voor ruim een kwart van de respondenten de kosten voor aanpassingen een drempel. Een groot deel van de ouderen in Nederland heeft minder dan 10.000 euro spaargeld. Vooral huurders beschikken vaak over minder middelen en kunnen aanpassingen daarom niet betalen [3]. Daarnaast zijn financieringsmogelijkheden en vergoedingen bij veel inwoners niet bekend. Meer dan de helft (56%) van de inwoners kent geen enkele vergoedingsmogelijkheid. De meest bekende ingang voor een vergoeding is via de Wmo, 32% van de respondenten is daar bekend mee. Op de tweede plek staat de vergoeding via de verzekeraar (8%), gevolgd door de verzilverlening (3%), en de blijverslening (2%).
De gemeenten lijken vooralsnog terughoudend te zijn als het gaat om het inzetten op passende woningen voor ouderen met weinig financiële middelen. Er is voor hen geen financiële prikkel, aangezien (een deel van) de baten bij andere partijen zoals de zorgverzekeraar liggen [3].
Toch heeft het aanpassen van de huidige woningen verschillende voordelen. Zo is er voor ouderen minder kans om te vallen, waardoor ziekenhuisopnames voorkomen kunnen worden. Daarnaast kan er bij een eventuele opname makkelijker thuis worden gerevalideerd. Ook wordt er in aangepaste woningen minder gebruik gemaakt van thuiszorg. Al met al kunnen kleine investeringen in de aanpassing van een woning dus veel medische kosten besparen. Geschat wordt dat preventieve woningaanpassingen landelijk jaarlijks zo’n 45 á 60 miljoen euro aan directe medische kosten kunnen besparen [2].
Groot huis met tuin wordt ingeruild voor geschikte woning in de buurt van voorzieningen
Het grootste deel van de Groningers geeft aan op dit moment in een vrijstaande woning te wonen. Het overgrote deel van de panelleden vindt de eigen woning op dit moment (gezien de huidige gezondheid) geschikt om in te wonen. Ook over de leefbaarheid in de eigen woonomgeving is men op dit moment tevreden. 66% van de Groningers scoort dit met een 8 of hoger. Twee derde geeft aan alles in de buurt te hebben om goed te kunnen wonen, 35% geeft aan dat dit niet het geval is maar dat ze wel makkelijk kunnen komen waar ze willen zijn, 2,5% geeft aan dat ook dit niet het geval is.
Als mensen naar de toekomst kijken dan voorziet men over het algemeen méér problemen bij het bereiken van voorzieningen.
Opvallend is dat de verhuisbehoefte in Groningen, ondanks de lastiger te bereiken voorzieningen, afneemt naarmate men ouder wordt (van 63% onder de jongste leeftijdsgroep, tot 19% onder de oudste respondenten). De belangrijkste redenen voor 65-plussers om niet te verhuizen is dat zij de woning prettig vinden om in te wonen (45%). Op de tweede plaats staat dat de woning volgens hen geschikt is om langer zelfstandig te wonen (35%). Als we vragen naar redenen om wél te verhuizen dan noemt 31% dat de woning te groot is en 18% zegt geen tuin meer te willen. De groep 65-plussers verhuist het liefst naar een gelijkvloerse- of seniorenwoning in de buurt van voorzieningen.
Alternatief voor de woningaanpassing; woonvormen voor senioren
Een andere oplossing voor het gebrek aan geschikte woonvormen voor ouderen is het ontwikkelen van alternatieve woonvormen voor senioren. De ‘Catalogus woonvormen voor senioren’ [4] onderscheid 6 typen woonvormen:
- mantelzorgwoningen;
- kleinschalig wonen
- woongroepen;
- moderne hofjes;
- woongemeenschappen;
- wooncomplexen.
Ieder van deze type woonvormen voorziet in andere behoeftes. Denk hierbij aan mate van (informele) zorg, collectieve voorzieningen, groepsactiviteiten, etc. Onder de panelleden is te zien dat een vorm van geclusterd wonen het meest aansprekend is voor de groep 65- tot 74- jarigen (46%). Opvallend is dat de oudste groep een sterke daling laat zien als het gaat om hoe graag zij met jonge mensen in een wooncomplex willen wonen. Hetzelfde geldt voor wonen met vrienden/gelijkgestemden.
Alle uitkomsten zien? Bekijk ons dashboard!
[1] Sociaal Planbureau Groningen, Vergrijzing
[3] Aanpakken of verkassen? – Planbureau voor de Leefomgeving
[4] Catalogus woonvormen voor senioren gelanceerd – ZorgSaamWonen