Arbeid en Vrije tijd

Arbeid en vrije tijd

Brede welvaart hangt voor veel mensen sterk af van het hebben van passend en betaald werk. Daarnaast moeten werk en vrije tijd in balans zijn voor een goede kwaliteit van leven. Een goede match tussen de regionale arbeidsmarkt en onderwijs is een belangrijke voorwaarde van een vitale economie, en voor Groningers zelf zorgt het hebben van een baan en zekerheid van inkomen voor een betere brede welvaart.

In het kort

  • Groningen doet het minder goed op het gebied van arbeidsparticipatie vergeleken met de rest van Nederland. De bruto arbeidsparticipatie in Groningen is 73,3% en de netto arbeidsparticipatie ligt op 70,4%. Dit ligt lager dan het landelijk niveau (72,2%).
  • In Groningen steeg het aantal banen in 2022 en daalde het werkloosheidspercentage. Dit komt overeen met het landelijk beeld. Intussen is de krapte op de arbeidsmarkt (als de vraag naar werk groter is dan het aanbod) in 2022 ongekend hoog.
  • Meer dan één derde van de panelleden geeft aan (zeer) tevreden te zijn met de werkgelegenheid. En 86% is (zeer) tevreden met de reistijd.
  • Het aantal hbo- en wo-opgeleiden ligt in Groningen onder het landelijk gemiddelde en is redelijk stabiel over de jaren heen. Binnen de provincie zijn er grote regionale verschillen.
  • Laaggeletterdheid in Groningen is op provinciaal niveau gelijk aan landelijk, maar per gemeente zijn de verschillen groot en kan het aandeel laaggeletterdheid sterk oplopen.

Arbeidsparticipatie

De arbeidsparticipatie geeft aan welk deel van de beroepsbevolking op de arbeidsmarkt actief is. Bij de bruto arbeidsparticipatie kijken we daarbij naar iedereen die werkt of actief op zoek is naar werk. Bij de netto arbeidsparticipatie kijken we alleen naar werkenden. Een hogere mate van arbeidsparticipatie draagt bij aan de economische welvaart van de provincie, maar ook aan het in stand houden van de sociale voorzieningen.  Het hebben van een baan biedt bovendien sociale contacten, mogelijkheden tot persoonlijke ontwikkeling en het gevoel een bijdrage te leveren aan de samenleving. Dit wordt positief geassocieerd met hoger welzijn.

De bruto en netto arbeidsparticipatie liggen in Groningen lager dan het landelijk niveau. De bruto arbeidsparticipatie in Groningen is 73,3%. Daarmee komt de provincie op de 9de plek in het overzicht van alle provincies, een stijging van twee plekken ten opzichte van de vorige monitor. Het landelijk gemiddelde is 74,8%. Utrecht kent met 77,5% de hoogste bruto arbeidsparticipatie van het land en Limburg met 70,6% het laagste.

Landelijk is de netto arbeidsparticipatie 72,2%. In de afgelopen jaren is het verschil steeds wat kleiner geworden. Door een afnemende werkloosheid is de netto arbeidsparticipatie de afgelopen jaren toegenomen van 64,1% in 2013 tot 70,4% in 2022. Intussen is de krapte op de arbeidsmarkt (als de vraag naar werk groter is dan het aanbod) in 2022 ongekend hoog.

Met betrekking tot zowel de bruto als de netto arbeidsparticipatie volgen de gemeenten in Groningen over het geheel genomen de landelijke trend, maar de Oost-Groningse gemeenten blijven achter. De netto arbeidsparticipatie is het laagst in de gemeente Westerwolde (65,8%) en het hoogst in Westerkwartier (73,3%). Westerkwartier is ook de enige gemeente die voor beide indicatoren boven het landelijk gemiddelde uitkomt.

Werkgelegenheid

Banen en sectoren

In 2022 waren er in Groningen bijna 310.000 banen. Dit beslaat ongeveer 36% van de totale werkgelegenheid in de drie noordelijke provincies (zo’n 863.000 arbeidsplaatsen). De werkgelegenheid in Groningen nam in totaal met 7,8% toe in de periode 2018-2022.

Van 2019 op 2020 kromp de werkgelegenheid (-1,1%) in Groningen als gevolg van de coronapandemie. Vervolgens groeide in 2021 en 2022 de economie in Groningen bovengemiddeld met respectievelijk 3,3% en 3,7% ten opzichte van 1,3% en 2,9% landelijk.

De gemeente Groningen kent duidelijk de hoogste concentratie banen binnen de provincie (89 banen per 100 inwoners in de leeftijd van 15 tot en met 74 jaar). De andere gemeenten variëren tussen de 50 tot 68 banen per 100 inwoners, met de gemeente Pekela als uitzondering (33 banen per 100 inwoners).

Eén op de vijf banen in Groningen is een baan in de zorg. De zorgsector groeide met 10% in de periode 2018-2022, een bovengemiddelde stijging. Groningers werken ook veel in de handel (15%) en de zakelijke dienstverlening (14%). In vergelijking met Nederland is vooral het aandeel banen in de zorg groot en het aantal banen in de zakelijke dienstverlening wat kleiner.

De laatste jaren steeg de werkgelegenheid in de meeste sectoren. De bouw, overige diensten, zakelijke dienstverlening en de zorg waren in de periode 2018-2022 de grootste stijgers (+14%, +13%, +11 % en +10% respectievelijk). Alleen de sector industrie daalde in de periode 2018-2022 (bijna -4%).

Vacaturegraad

De vacaturegraad betreft het aantal vacatures per duizend banen, gemeten in het vierde kwartaal van het jaar. Deze cijfers zijn beschikbaar op provinciaal niveau en geven een indruk van de krapte op de arbeidsmarkt (dat houdt in dat de vraag naar werk groter is dan het aanbod). Een erg krappe arbeidsmarkt kan belemmerend werken, maar enige krapte biedt ook ruimte voor mensen die normaliter minder goede kansen op de arbeidsmarkt ervaren.

De vacaturegraad is in Groningen met 43 vacatures per 1.000 samen met Friesland het laagste van Nederland. Landelijk ligt dit op gemiddeld 48 vacatures per 1.000 banen.

De vacaturegraad liet een stijgende lijn zien tussen 2015 en 2019 en een scherpe afname in 2020 en sterk herstel in 2021. De vacaturegraad ligt nu hoger dan wanneer de stijgende trend tussen 2015 en 2019 zich vergelijkbaar had doorgezet. Groningen volgt de landelijke trendlijn op de voet, alleen op een lager niveau.

Werkloosheid

Voor de werkloosheid kijken we naar het aantal niet-werkende werkzoekenden dat geregistreerd staat bij het UWV. Het percentage niet-werkende werkzoekenden is berekend ten opzichte van de 15- tot 75-jarige beroepsbevolking. De werkloosheid in Groningen nam af van 4,9% in 2021 naar 4,0% in 2022. Het werkloosheidspercentage in Groningen ligt hoger dan het landelijk gemiddelde (3,5%). Groningen staat op de laatste plaats van alle provincies.

Tussen 2019 en 2020 was er een kleine stijging in het werkloosheidspercentage als gevolg van de coronacrisis. Maar die stijging is beperkt gebleven, mede omdat er door de landelijke steunpakketten relatief weinig bedrijven failliet gingen. Sinds 2015 was de provinciale trend bijna gelijk aan de landelijke dalende trend. Die laatste zwakte echter af in 2019, terwijl de dalende trend in Groningen doorzette.

Het werkloosheidspercentage is in de gemeente Groningen (4,9%) duidelijk het hoogst. Ook Eemsdelta ligt boven het landelijk gemiddelde met een werkloosheidspercentage van 3,6% in 2022. Het laagste percentage vinden we in Westerkwartier (3,0%) en Het Hogeland (3,2%).

Een klein deel van mensen met een WW-uitkering komt vervolgens in de bijstand, landelijk ging dat in 2022 om 2,9% (UWV, 2023 ). Het percentage mensen dat na afloop van de WW in de bijstand terecht kwam nam in alle arbeidsmarktregio’s af. De afgelopen jaren kenmerken zich door een krappe arbeidsmarkt met veel vacatures en een lage werkloosheid. Dat biedt veel kansen voor iedereen die op zoek is naar een baan. Mede daardoor komen er minder mensen in de bijstand terecht, ook vanuit een WW-uitkering. In 2022 werd bij 8.800 personen de WW-uitkering beëindigd. Daarvan kwam 3,7% vervolgens in een bijstandsuitkering terecht. Dat is de laagste doorstroom vanuit de WW naar de bijstand in de afgelopen 5 jaar, maar hoog vergeleken met de rest van Nederland. Dit heeft te maken met het hogere aandeel alleenstaanden en laagopgeleiden. Ook stromen er gemiddeld meer 50-plussers door van de WW naar de bijstand, als gevolg van een minder gunstige arbeidsmarktpositie. Zie ook Materiële Welvaart voor meer over bijstandsuitkeringen.

Jeugdwerkloosheid

Voor de jeugdwerkloosheid gebruiken we het aandeel bij het UWV geregistreerde werkzoekende jongeren onder de 27 jaar (niet alle werkloze jongeren laten zich registreren bij het UWV, omdat ze niet altijd recht hebben op een uitkering). In Groningen ligt dit met 4,6% hoger dan landelijk 3,8% in 2021. Het percentage geregistreerde werkzoekende jongeren onder de 27 jaar was in 2021 het hoogst in de gemeentes Veendam (8,3%) en Stadskanaal (7,3%). Ook in Midden-Groningen, Pekela en Oldambt was het aandeel jongeren relatief hoog. De werkloosheid onder jongeren is vaak veel hoger dan de algemene werkloosheid. De verschillen binnen de provincie zijn ook groter en duidelijker zichtbaar. De gemeenten in Oost-Groningen, uitgezonderd Westerwolde, vallen in negatieve zin op. Een mogelijke (deel)verklaring vinden we in het opleidingstype, dat sterk varieert  binnen de provincie. Jongeren zonder startkwalificatie (dat wil zeggen zonder een diploma op havo-, vwo- of mbo-2-niveau) zijn vaker werkloos (Arbeidsmarkt in zicht, 2022Nederlands Jeugdinstituut, 2023).

Tevredenheid werk

Werkgelegenheid is een belangrijk thema voor de brede welvaart in de regio, maar hoe tevreden zijn Groningers zelf met de werkgelegenheid? Ondanks de lage plek op de landelijke ranglijst zien we dat het Groninger Panel meer tevreden is met de werkgelegenheid in 2022 dan in eerdere jaren. Meer dan één derde van de panelleden geeft aan (zeer) tevreden te zijn met de werkgelegenheid.

Inwoners van gemeente Westerkwartier zijn het meest positief over de hoeveelheid beschikbaar werk in hun regio. Het minst tevreden zijn inwoners in de gemeenten in Oost-Groningen. In 2022 waren jongeren (18-34) en mensen met een andere afgeronde opleiding dan hbo of wo het meest kritisch over de werkgelegenheid.

Reizen naar werk

Ook de tevredenheid met de reistijd naar het werk is van invloed op de werk- en privébalans. Feitelijk zien we dat Groningers verder weg wonen van hun werk (25,6 km) dan gemiddeld in Nederland (19,4 km) (CBS, december 2021). Maar meer kilometers betekent niet per definitie ook een langere reistijd. Ondanks het feit dat Groningers verder moeten reizen naar het werk is 88,5% (zeer) tevreden met de reistijd (laatst beschikbare data is van 2020). Hiermee staat de provincie op de 1ste plek van alle provincies en lijkt de grotere afstand niet ten koste te gaan van de tevredenheid.

Op gemeenteniveau zijn er ook verschillen te zien. Inwoners van de gemeenten Westerwolde moeten gemiddeld de grootste afstand afleggen (34,2 km). In gemeente Groningen reist men gemiddeld het minst ver (21,9 km). Groningse panelleden willen best een eindje reizen naar hun werk. 10% geeft aan minder dan 15 minuten onderweg te willen zijn en iets meer dan vier van de tien panelleden wil maximaal 15-30 minuten reizen naar het werk (44%). Een bijna even zo groot deel geeft aan dat ze best een half uur tot driekwartier willen reizen om op het werk te komen (41%).

Het ligt voor de hand dat op het platteland vaker sprake is van langere reisafstanden, immers de meeste banen bevinden zich in grotere steden. Uit verdiepend onderzoek onder het Groninger Panel blijkt dat stedelingen iets minder vaak bereid zijn om lange afstanden af te leggen. Mensen die op het platteland wonen zijn vaker bereid om driekwartier of langer te reizen.

Nieuw in de Regionale Monitor Brede Welvaart van CBS is de afstand tot het openbaar vervoer. Groningen staat met gemiddeld 400 meter op de 4de plek, gedeeld met vier andere regio’s. De gemiddelde afstand per provincie varieert van 300 tot 500 meter. Op gemeenteniveau zijn de verschillen wat groter, waarbij vooral gemeente Groningen met 200 meter afstand er positief uitspringt. In Het Hogeland, Stadskanaal, Westerkwartier en Westerwolde is de gemiddelde afstand met 500 meter het grootst.

Opleidingstype

31% van de beroepsbevolking in Groningen heeft in 2022 een hbo- of wo-opleiding. Het aandeel mensen met een hbo- of wo-opleiding in Groningen is gelijk gebleven ten opzichte van 2021. Groningen staat hiermee in de Regionale Monitor Brede Welvaart op de 5de plek, één plek lager dan vorig jaar doordat het aandeel hbo- en wo-opgeleiden in andere provincies wel (licht) gestegen is.

Er zijn vrij grote regionale verschillen in de meest voorkomende type opleidingen. Zo heeft de gemeente Groningen (44%) het hoogste aandeel mensen met een hbo- of wo-opleiding. Een verklaring hiervoor is de aanwezigheid van de grote hoge onderwijsinstellingen in deze gemeente. In de gemeente Pekela zijn de minste mensen met een hbo- of wo-opleiding (12%). Hier zijn juist relatief veel mbo-opgeleiden, maar ook het grootste aandeel inwoners zonder vervolgopleiding.

Aandeel laaggeletterden

Laaggeletterdheid gaat niet alleen om lezen en schrijven, maar ook om rekenen en digitale vaardigheden. Laaggeletterden zijn volwassenen die niet het taal- of rekenniveau hebben dat je aan het eind van een vmbo-, mbo 2- of 3-opleiding zou moeten hebben (Stichting Lezen en Schrijven, 2021). In de arbeidsmarktregio Groningen is naar schatting 11% van alle inwoners laaggeletterd. Dit is ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde van 12% (valt binnen de betrouwbaarheidsmarges). Het aandeel laaggeletterden per gemeente varieert van 6% in Westerkwartier tot 19% in Eemsdelta, Pekela en Veendam (Geletterdheid in Zicht, 2019).

Verschillen in laaggeletterdheid kunnen deels verklaard worden door de bevolkingssamenstelling. Zo zijn er vaak minder laaggeletterden in gemeenten waar mensen gemiddeld meer onderwijsjaren hebben gevolgd en vaker fulltime werken. Dit zijn factoren die sterk samenhangen met laaggeletterdheid (Huijts et al., 2020).

Meer informatie en inzichten

Meer weten over arbeid en vrije tijd in de provincie Groningen? Download hier de Monitor Brede Welvaart Groningen 2022 voor meer informatie en inzichten, zoals bijvoorbeeld de uitdagingen met betrekking tot het versterken van de brede welvaart in Groningen.

Verantwoording indicatoren

De Regionale Monitor Brede Welvaart van het CBS meet het thema ‘arbeid en vrije tijd’ aan de hand van zes indicatoren, namelijk netto en bruto arbeidsparticipatie, hoogopgeleide bevolking, werkloosheid, vacaturegraad en de tevredenheid met reistijd van en naar het werk.

De indicatoren worden aangevuld met economische structuur van de regio, zoals banen en werkgelegenheid per sector, en de gemiddelde woon-werkafstand. Daarnaast zoomen we in op de regionale jeugdwerkloosheid en laaggeletterdheid. Het Groninger Panel biedt aanvullende inzichten over tevredenheid met de beschikbaarheid van werk in de regio vanuit het inwonersperspectief.

Medewerker

Heike Delfmann

Onderzoeker

Delen via social media

Delen via social media

Betrokken medewerkers

Meer weten?

Neem contact op met één van de betrokken medewerkers

Gerelateerd nieuws

Jeugd, Onderwijs en Arbeidsmarkt

Stem van Groningse en Drentse jongeren landelijk gehoord!

Jeugd, Onderwijs en Arbeidsmarkt

Oproep: denk mee over duurzame jongerenparticipatie!

Brede Welvaart

Groot leefbaarheidsonderzoek in Groningen, Drenthe en Friesland

Dit najaar ontvangen circa 20.000 inwoners in Noord-Nederland een vragenlijst over hoe zij het wonen, werken en leven in hun regio ervaren. De vragenlijst wordt voorgelegd aan de burgerpanels in Groningen, Friesland en Drenthe. De uitkomsten van het onderzoek laten zien hoe het er voor staat met de brede welvaart van de inwoners. Dit levert belang

Brede Welvaart

Bewonersperspectief: de ervaren Brede welvaart - Dossierkennis Brede welvaart

Wat is brede welvaart en waarom is het belangrijk? Hoe meten we brede welvaart in een regio? Dit zijn vragen die steeds vaker gesteld worden als we de kwaliteit van leven meten in een regio. Om dit soort vragen te beantwoorden, zijn we een podcastserie gestart: Dossierkennis: Brede welvaart. De komende tijd brengen we elke twee maanden een afleveri

Brede Welvaart

Inwoners in Noordelijk Nederland zijn in meerderheid positief over de Lelylijn

De meerderheid van de inwoners van de noordelijke provincies is positief over de aanleg van de Lelylijn. Wel verschilt per doelgroep en regio welke voor- en nadelen zij zien. Dit blijkt uit onderzoek van Sociaal Planbureau Groningen, Planbureau Fryslân en Trendbureau Drenthe. Met input van inwoners is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar

Publicaties

Zorg

Groningers over de toegankelijkheid van zorg en ondersteuning

Zorg

Digitalisering van de Zorg in Groningen

Brede Welvaart

Brede Welvaartsaspecten van een mogelijke Lelylijn